De loftrompet

Schrijfopdracht: De loftrompet

De kerk is schaars verlicht.  Straks als de kerkdienst begint gaan alle lichten aan. Ik zit altijd op de 4e bank. In het midden van het kerkschip. De mannen en jongens zitten aan de zijkanten.  Ik zit naast moeder. De mensen om mij heen tronen hoog boven mij.  We zijn vroeg vanavond.  De organist is er zelfs nog niet. Vooraan staat het grote pijporgel. Ik kijk er graag naar. En daar blijft het niet bij. Al die orgelpijpen imponeren mij. Ik vind ze prachtig in hun vorm en kleur. Iedere week weer tel ik de pijpen.  De pijpen zijn verdeeld in groepjes van zeven.  En dat is één octaaf, heb ik geleerd.  Er zijn zeven groepjes. Dat zijn dan zeven octaven. De pijpen zijn niet allemaal even lang.  En weer tel ik de pijpen. Ja, het zijn er echt negenenveertig. Zolang de kerkdienst duurt, tel ik af en toe de pijpen.

Maar even later komt de stroom mensen toch op gang.  Nu klinken ook de eerste tonen van het orgel door de kerkzaal.  Ik kijk naar boven. Daar, achter het gordijntje, zit de organist.  Af en toe zie ik hem achter het gordijntje bewegen.  Zijn hoofd lijkt ook mee te spelen. Het zwaait alle kanten op.  Nu worden de orgeltonen zwaarder. De organist speelt nu ook op het voetpedaal, weet ik.  Want al ben ik nog maar 8 jaar,  ik heb ook al orgelles. Ik luister naar het orgel. Eigenlijk wacht ik altijd op vrolijke tonen.  Maar die worden niet veel gebruikt. Alleen maar bij blijde psalmen.  En iedere keer hoop ik dat het vandaag gaat gebeuren. Vooraan in de kerk gaat een deur open. Door die deur komen de dominee en de kerkenraad de kerkzaal binnen.  Zij gaan bij hun plaatsen staan en bidden eerst tot God. De dominee bidt bij de trap van de preekstoel. Ik kijk altijd naar zijn jas. Alleen een dominee draagt zo’n jas. Daarna gaat hij de trap op naar de preekstoel. Nu gaan ook de ouderlingen en diakenen zitten.

Een ouderling gaat bij een katheder staan. Hij geeft de psalm op die wij moeten gaan zingen: “Geloofd zij God met diepst ontzag”. De organist gaat spelen. En wat gebeurt er vandaag?  Het lijkt alsof de organist alle registers openzet.  De tonen rollen en buitelen over elkaar heen.  Eén toon als een trompet klinkt boven alles uit en rolt blij  door de kerkzaal.  Ik zie het hoofd van de organist boven, achter het gordijntje,  in volle vaart meegaan. Ik kijk naar moeder, en luister naar haar hoge stem.  Het lijkt vandaag alsof de kerk de hemel is.  Als de noten heel hoog worden gaan de mannen laag zingen, weet ik.  Ik weet precies wanneer dat gaat gebeuren. Nu: “Die God is ons een God van Heil”. De noten worden heel hoog. Ik kan er maar net bij.  Ik luister naar de lage stemmen van de mannen.  Ik leg mijn handen op mijn oren en haal ze iedere keer even weg.  Zo krijg ik mijn eigen concert.

Na 2 coupletten stopt het orgel.  De zwaardere tonen echoën nog even na.
Daarna sterven ze langzaam weg. De ouderling, die nog steeds bij de katheder staat, gaat nu  uit de bijbel lezen. Hij leest uit het Hooglied.  En dat vind ik altijd heel mooi! Ook als het thuis wordt voorgelezen. Het gaat over twee mensen. Een jongen en een meisje.  Zij houden veel van elkaar. De ouderling leest: “Wie is zij die daar opklimt uit de woestijn en lieflijk  leunt op haar liefste?” In de woestijn is alles dor en droog. Er is bijna geen water.  De zon schijnt onbarmhartig. Het zand wordt heel warm.  Er zijn maar weinig bomen.  In die dorre vlakte lopen een jongen en een meisje. Hand in hand!  Ze zijn bruid en bruidegom.  Ze gaan trouwen.  Ze lopen daar en hebben alleen maar erg in elkaar.

Maar als de dominee gaat preken, heeft hij een heel andere uitleg.  Ik begrijp dat Christus de Bruidegom is en dat Hij in liefde  mensen zoekt.  Dat Hij wil dat mensen Hem zoeken en zullen vinden. Ik luister wel en hoor wel wat de dominee zegt over Christus, en over de bruid.  Maar ik blijf ook aan die jongen en dat meisje denken.  Want daar ging het ook over! Het meisje is moe van het lopen door het rulle zand.  Zij legt haar hand op de schouder van de jongen.  Zo kan ze het beter volhouden. Ze kijken elkaar aan. Zij lopen samen verder door de woestijn.  Ze blijven van elkaar houden.  Tussendoor hoor ik de stem van de dominee die de tekst herhaalt. En verder preekt over de Bruidegom en de bruid.

Na de preek komt eerst nog het dankgebed. Daarna leest de dominee het vers voor dat wij gaan zingen.  En nu wordt het bijna feest in de kerk!  De organist zet alle registers open. Het voorspel speelt hij heel snel. Alsof de tonen krijgertje met elkaar spelen. En weer buitelen en tuimelen de tonen over elkaar heen.  En ik zing blij mee: “Looft God, looft Zijn naam alom”

Als ik door de kerkdeur naar buiten loop, voel ik mij nog steeds blij.

Dit bericht heeft 14 reacties

  1. ella versendaal

    Mooi beschreven, zo’n kerkdienst.
    Er is wat afgeteld, denk ik, ook de plankjes van het plafond, maar dat waren er zoveel, raakte je altijd de tel kwijt!
    En een in stukjes gebroken pepermunt hoorde er ook nog bij, had je er een paar keer plezier van.
    Sorry: hoorde er bij.

    1. Mee op de wind

      Ik denk dat het heel herkenbaar is Ella, wat je schrijft.

      Tellen deed ik overigens niet alleen in de kerk.
      Ik telde ook altijd de trottoirtegels.
      En dat deden ook veel andere kinderen, heb ik begrepen.

      Kinderen leven heel intens!
      Het zingen, de preek, de sfeer, wat er gebeurt, zijn
      dingen die bij een kind veel gevoelens kunnen oproepen.
      En over die herinneringen wil ik schrijven.
      Dank voor je reactie!
      Groet,

  2. Carol

    Las een ouderling de Schriftlezing?
    En de jas was zeker een pandjesjas.?
    Ik vind een zwarte toga mooier.

    1. Mee op de wind

      Ja, de ouderling las de schriftlezing!
      Die pandjesjas/billentikker vond ik wel bijzonder.

      Een zwarte toga vind ik ook mooi!
      Dank voor je reacties Carol. Is altijd fijn!

  3. lieny egas

    Of ik er zelf zit, zo mooi en herkenbaar geschreven. Alleen als kind beleef je zo een kerkdienst. Ook ik telde de pijpen en het gordijntje waar de organist achter zat was groen. Wat zal mijn dochter van 11 jaar voor herinneringen hebben nu er een piano en soms een band in de kerk staan?

    1. Mee op de wind

      Ja, maar het kind in ons is ergens altijd aanwezig.
      Het is oproepbaar!
      Maar het is wel waar dat je als kind intens bij alles betrokken bent.
      Alle gevoelens zijn heel heftig.

      En hoe de kinderen van nu, later op alles zullen terugkijken, blijft een vraag.
      Misschien gaan zij dan over het heden schrijven.
      Met dank voor het reageren lieny.
      Groet,

      1. Lieny Egas

        Zeker is het kind in je aanwezig en oproepbaar.
        Schrijven helpt mij daar bij.
        Heel soms krijg ik inspiratie om een fanatasieverhaal te schrijven en dan ben ik weer even helemaal kind.
        Heerlijk !
        Fijn weekend en groet

        1. Mee op de wind

          En zo zijn we het helemaal eens Lieny.
          Fijn dat je dit schrijft!
          Dank voor je reactie.
          Ook een fijn weekeind met groet

  4. Clazien

    Inderdaad, zo kan ik me ook nog enkele kerkdiensten herinneren, zelf één over Job, die me toen erg aansprak. “Want ik weet; mijn Verlosser leeft ! ”
    Wat zou het groot zijn als we nu nog steeds met dezelfde aandacht , en met een ontvankelijk hart luisteren naar een preek.
    Zo gij niet wordt gelijk de kinderkens……….. !
    Hartelijke groet,
    Clazien.

  5. Mee op de wind

    Dank voor deze reactie Clazien.

    Het schrijven over de herinneringen van mijn kindertijd brengen mij dichter bij mezelf.
    De tekst die je aanhaalt van ” worden als een kind” speelde deze week ook door mijn hoofd. Ontvankelijk zijn zoals een kind!
    Hartelijke groet,

  6. Frans

    Mooi verhaal
    De orgelpijpen tel ik nog, als ik in een kerk zit.
    Groetjes

    1. Mee op de wind

      Ik denk dat veel meer mensen dat doen.
      Wat zou dat toch zijn dat mensen iets gaan tellen?
      Fijn dat je reageerde.
      Ik hoop dat mijn verhalen je inspireren
      Groet,

  7. Henny

    Vanmorgen psalm 100 in de kerk en de organist hief de loftrompet aan.
    Zo heerlijk dat een blij kind nog aan het zingen was toen de organist al was gestopt.
    En… ik heb de orgelpijpen geteld vanmorgen….(2x 6 en 2x 7) 🙂

    1. Mee op de wind

      Kinderen van vroeger en nu zijn dus nog steeds hetzelfde.
      Dat blijkt uit wat je schrijft. Sluit heel mooi aan op het verhaal!
      Tel je de orgelpijpen altijd?
      Want ik hoor ook dat veel mensen dat nog altijd doen.
      Bedankt voor je reactie Hennie.
      Groet,

Laat een reactie achter