De olieman van de automaat

Zou de olieboer al zijn geweest? Ik hoop van niet. Ik heb heel hard gerend om thuis te zijn voor  hij  is  geweest.

Als ik binnenkom roep ik door het huis: “is de olieboer al geweest?” Clazien komt aanlopen en vraagt: “wat is er dan met de olieboer?” “Nou een heleboel kinderen hebben een boekje van hem gekregen en dat boekje heb ik nog niet. “Is hij al geweest?”  “Ik denk het niet zegt Clazien. “Tenminste, ik heb hem niet gezien”.

Ik loop naar buiten naar de brug en tuur over de dijk. Als hij nog niet is geweest dan moet hij in de buurt zijn, want om deze tijd komt hij altijd. Kijk maar  zijn kar staat nog bij het kleine winkeltje. Dan komt hij er zo aan! Zou hij boekjes bij zich hebben. Ik hoop het, want dan kan ik morgen het boekje ook mee naar school nemen.

De olieboer
Even later staat de olieboer bij ons op de dijk te tingelen.

oliekarMoeder pakt de oliekannen en loopt naar de dijk. Ik hol haar vooruit en wacht bij de kar. Ik gluur in de kar of ik de boekjes zie liggen. Zouden ze dat zijn? Die daar! Het lijkt er wel op. Maar helemaal zeker weet ik het niet. Als de oliekannen zijn gevuld en betaald loopt moeder al weer terug naar huis. De olieboer lacht en zegt: “jij wacht zeker op het boekje van Peter Olie?” Ik knik.  Zijn arm gaat door het raampje naar de boekjes. “Kijk eens, hier heb ik het boekje. Dit bedoel je zeker!”  Ik kijk naar het boekje. “Ja, het boekje van Peter Olie” zeg ik dat wilde ik graag.  Dank u wel!” Ik lach blij naar de olieboer. ” Tot de volgende week. Dan heb ik weer een nieuw boekje bij mij” zegt hij.

Ik ren achter moeder aan. De oliekannen zijn zwaar. Ze komt maar langzaam vooruit. Ik ga naast haar lopen. En kijk gelijk nog even in het boekje. “Kijk,” zeg ik tegen Clazien als ik binnenkom: “dit is nou het boekje van Peter Olie”. “O wat leuk, het staat op rijm. En jij hebt weer iets te lezen” zegt Clazien.  Ze bekijkt het boekje aan alle kanten. Ik glunder. Lezen is het liefste wat ik doe.

Lezen
Ik installeer mij op het kleine bankje in de huiskamer. Dit vind ik het leukste en mooiste plekje van het huis, als het zomer is. Het bankje staat onder het raam. Uit het raam zie ik de wei met koeien. Het land, de tuinderij, staat vol met groenten. Dat moet allemaal nog worden geoogst. Ik kruip lekker in het hoekje van de bank. Er wordt druk heen en weer gelopen maar daar merk ik al niets meer van: ik lees!

Wecken
Moeder loopt met de oliekannen naar de schuur. De schuur is aangebouwd aan het huis. In de schuur staat het grootste petroleumstel dat wij hebben: een vierpitter! vierpits oliestelDie moet wel zo groot zijn want op dit oliestel worden altijd grote pannen en ketels gezet. In de nacht van zondag op maandag zet moeder  altijd  een grote wasketel met de kookwas op het stel. De was kan dan de hele nacht schoon trekken. Maar in de zomer wordt het olietoestel ook  veel gebruikt voor de weck.  De weckflessen gaan dan in een ketel met heet water op het oliestel.

weckketelGroenten, fruit, tomaten, appelmoes en nog veel meer groenten worden geweckt. Allemaal klaargemaakt voor de winter. In de kelder staat aan het eind van de zomer alles in mooie rijen op de planken.  Ik vind het altijd leuk om te kijken naar al die  kleuren.

De Keulse potten met andijvie, zuurkool, snijbonen staan er ook.  In de Keulse potten worden groenten in het zout bewaard. Moeder legt iedere keer een laagje  andijvie  in de pot. Daarover strooit zij een laagje zout. Om en om, tot de potten vol zijn. Daarna legt zij er nog een schone  theedoek overheen  en dan nog een zware steen er bovenop.  Af en toe worden de potten  even open gemaakt om het water er uit te laten lopen.  Ook al  wast  moeder  de  groenten vele keren het smaakt best wel zout.

KeulsepotMoeder komt terug uit de schuur en loopt naar de keuken. “ Zo zit je te lezen” zegt zij.  Ze loopt al weer door naar de keuken. Daar staat een veel kleiner oliestelletje.  Daar wordt het eten en de melk op warm gehouden.

Moeder vult het oliestelletje en kijkt naar de katoenen pit.  Ze draait de pit iets hoger. Een klein beetje maar want anders gaat het pitje walmen en wordt alles zwart van het roet.

En ik lees maar door over Peter Olie.
Het is een versje. Als ik het uit heb lees ik het nog een keer en nog een keer: Peter  Olie  is  een  rakker.  Bij de hand en altijd wakker                                              

Ik vind het heel leuk. Het eindigt  met de zin: En mijn beste vriend  voortaan op straat. Is de olieman van de automaat!  Morgen neem ik het mee naar school. Fijn dat de olieboer het bij zich had. Ik hoefde er niet eens naar te vragen.

Op school
De volgende morgen moet ik rennen naar school. Het is al laat. Als ik bij het winkeltje ben, blijf ik staan. Mijn nieuwe boekje. Het ligt nog thuis, helemaal vergeten! En het is al zo laat. Zou ik?  Ja, ik ga het toch nog even halen. Dan nog maar harder rennen. Ik stuif binnen. Waar heb ik het gelaten? Natuurlijk het ligt bij mijn bed. Moeder komt aangelopen: wat kom jij nou doen? Ze kijkt heel verbaasd. “Mijn boekje, ik ben mijn boekje vergeten!” Ik roets de trap al weer af, met het boekje. “ Daag” roep ik naar moeder. “Voorzichtig zijn” roept ze mij na. De hele weg naar school blijf ik rennen. Als ik aankom hoor ik  de schoolbel. Jammer!  Ik fladder met het boekje in mijn hand naar mijn vriendinnetje. Gelukkig, nog net op tijd binnen. Want te laat op school komen is geen pretje.  De juffrouw wordt er heel boos om.  Als we zitten fluistert Janneke: “Heb je het boekje ook?“ “Ja, gisteren gekregen van de olieboer”. “Houden jullie eens op met praten!” De juffrouw kijkt ons boos aan. Er zit niets anders op dan stil te zijn. De  juffrouw  ziet alles!  Straks in het speelkwartier kletsen we wel verder!  We leggen de boekjes weg in onze kastjes tot straks. En achter de klep van het kastje giebelen we nog even!

Dit bericht heeft 9 reacties

  1. wilma

    Leuk zeg. Hier staat ook een vierpitter. Merk: Beccon Doetinchem.
    Hadden er vroeger ook een thuis. Mijn moeder deed er ook wel veel mee. Spek en stoofpeertjes en vlees sudderen geloof ik.
    Mooie tijd denk ik. Bij ons kwam de melkboer met “losse” melk.
    Groet, Wilma

    1. Mee op de wind

      Precies Wilma, alles kwam aan de deur toen. Melkboer, schillenboer, de bakker, de slager.
      Een heel andere tijd met mooie dingen, maar ook minder mooie. Het was ook in veel opzichten een zware tijd.
      Maar nu met veel gemakken hebben we het ook druk,druk,druk. Of maken we ons drukker dan vroeger? Ik ben er nog niet over uitgedacht.Misschien komt er nog eens een keer een schrijfsel over.
      Jij weer hartelijk dank voor je reactie van over zee! Groet van Maaike

  2. carol

    Vroeger ging alles op z’n slofjes.
    Dat kan in deze tijd niet meer.
    Inderdaad:druk druk druk.
    Heb het nou nog druk, druk, druk

    1. Mee op de wind

      Tja Carol als senior kan je het ook nog erg druk hebben. En het is ook goed om met alles mee te blijven draaien! Blijf je betrokken bij alles. Overigens ben ik niet jaloers op het leven van mijn moeder, vroeger. Wat heeft ze gesjouwd en geploeterd! Maar alles met veel minder drukte en gehaast! Dat zal jij ook nog wel weten.
      Dank voor je inbreng en reactie. Groetjes, van schoonzus Maaike

  3. Martina

    Hallo Maaike

    Ik heb je al gesproken via de telefoon,om te vertellen dat ik je verhaaltje leuk vond
    een stukje nostalgie
    Toch maar liever deze tijd,niet zo zwaar voor de vrouwen
    Liefs Martina

    1. Mee op de wind

      Dag Martina, ja we hebben elkaar al gesproken, maar daarom is een reactie nog steeds heel leuk! IK zie de oliestelletjes weer staan en daarop de wasketel. En inderdaad Martina, een zware tijd voor vrouwen toen! Er waren veel minder gemakken en het huishouden was geprogrammeerd. Mijn verhaal was een nostalgische terugblik. En gelijk ook een ode aan de vrouwen van toen!
      Leuk dat je reageerde en aanvulde. Dank!
      Lieve groetjes van Maaike

  4. Gerlien

    Hallo Maaike,
    Wat herkenbaar hoe je het weer beschrijft, heerlijk! Ja, ja die” goede oude tijd”, herinneringen uit mijn kindertijd maar inderdaad was het heel vaak ploeteren. Ook bij ons stond de was op het petroleumstel, maar bij ons heette “de leverancier” ;), de petroleumman en de bruine pot met zuurkool zie ik zo weer in de kelder staan.
    Bedankt voor je gezellige terugblik en liefs uit Twente.

    1. Mee op de wind

      Dag Gerlien,
      Leuk is het om te horen dat mensen blij zijn met alle herkenning die het oproept. Dit werkt als een kruisbestuiving.
      Ja, Gerlien wat was het ook ploeteren toen. Ik zie mijn moeder altijd ploeterend en sjouwend voor mij. Wat was er veel te doen! Jij ziet het ook weer voor je ogen zoals het toen allemaal was. Gezellig toch?
      Dank voor je reactie en hartelijke groetjes van Maaike

  5. E van winden

    Voor mij is Peter gekoppeld aan de opa waar ik naar vernoemd ben.Hij rook lekker naar petroleum,want hij liep met de oliekar ,dat was zijn werk oorlog en crisistijd!

Laat een reactie achter