Wel eens in een Juttersmuseum geweest?

Vandaag weer eens een berichtje. Ik weet het, de blogs verschijnen mondjesmaat maar niettemin jullie blijven toch op de hoogte van hoe het hier reilt en zeilt.

Mijn balkon met de prachtige bloeiende planten ziet er na al de regen enigszins verpieterd uit, het beloofde kiekje blijft daarom achterwege.

Een paar weken geleden heb ik een weekje op het prachtige Texel doorgebracht. Mijn dochter en schoonzoon hebben een chalet op het eiland staan en waren zo lief mij uit te nodigen voor een weekje Texel. Nu hoef ik nooit lang na te denken over zo’n uitnodiging, want Texel is het einde voor mij. Ik ben er al vaak geweest en als we de boot afrijden, voelt het zo vertrouwd alsof ik er iedere week kom. Ik hoef maar om mij heen te kijken en de bekende beelden verschijnen weer: grazende schapen, een oude boerenschuur, uitgestrekte weilanden.

Het was voor het eerst dat ik het nieuwe tweedehandse chalet zag. Voorheen hadden ze een krakkemikkige caravan, en zie nu geheel anders: een chalet met alles erop en eraan, zelfs een slaapkamer voor mij. Te gek, met een douche en een heerlijke leefhoek, ik stond echt perplex hoe luxe zo’n gebeuren is. Hier hield ik het wel een weekje uit.
Het weer was prachtig, bijna de hele week liet de zon zich op gezette tijden zien. Hoewel er ook een regendag om de hoek kwam kijken; dat, opdat wij niet zouden vergeten dat we in ons eigen landje vakantie vierden.
We haalden de tuinstoelen uit het schuurtje en alles werd aangesleept om het gezellig te maken. Er werd koffie gezet en even later zaten we prinsheerlijk te genieten met het riante gevoel dat de hele week nog voor ons lag.
Pippa de hond is altijd uitzinnig blij als ze op Texel is. Ze ging innig tevreden bij ons in het gras liggen, dromend van lange wandelingen zonder halsband en rennen door het bos.

Aan de lange wandelingen heb ik mij niet gewaagd, die heb ik overgelaten aan de jeugd. Er waren genoeg andere dingen te doen. En lezen kun je altijd en overal, zeker tegenwoordig met een smartphone op zak.

Op de voorlaatste dag, het was een miezerige weertje, gingen we naar het Juttersmuseum.
Als ik over jutten hoor, gaat er iets in mij borrelen van vroeger. Wie kent niet het bekende boek: Sil de strandjutter?

Als kind hoorde je verhalen van flessen die aanspoelden op het strand met een geschreven boodschap van een schipbreukeling. Van mensen die dagen ronddobberden op stukken scheepshout en nog net op tijd werden gered. Ik fantaseerde erover, ik zag het als kind allemaal voor mij. Ja dus, het Juttersmuseum wilde ik wel bezoeken.

VVV Texel Strandjutten: een eeuwenoude traditie.
Jutten is op het strand zoeken naar aangespoelde spullen.
Vroeger waren de scheepsladingen niet stevig verankerd en schepen verloren in een storm de macht over de zee. Er spoelden soms waardevolle spullen aan.
Tegenwoordig zijn de scheepsladingen stevig verankerd en spoelt er nog maar zelden iets moois aan.

Door de coronamaatregelen ging het er allemaal wat ingewikkeld aan toe in het museum. Er mocht maar een beperkt aantal mensen tegelijk binnen, maar daar kijkt  inmiddels  niemand meer van op. We waren vroeg en konden meteen doorlopen.
De route begon buiten. En dat was genoeg om meteen in de sfeer te komen. Er lagen grote  scheepswrakken, schepen die de storm niet hadden doorstaan.

Hoe zou het met de bemanning zijn afgelopen? Kon er hulp worden geboden vanaf de kust?

Als ik door een museum loop, wat voor museum ook, rijzen er vragen in mij omhoog waarop ik geen antwoord krijg omdat veel verborgen blijft in de tijd. Ik word daar altijd heel nieuwsgierig van.
Binnen lagen flessen, de flessen waar ik als kind zo over fantaseerde, hier lagen ze in levende lijve. We  kwamen ook schoenen tegen, in allerlei maten. Schoenen van schipbreukelingen, aangespoeld op het strand en door een jutter gevonden.

Ook een gebreide pop als stille getuige, wat is het verhaal erachter?

Ze vertoonden een film waarin een oude strandjutter zijn verhaal vertelde.
Jutten was eigenlijk stropen, het moest wel stiekem gebeuren.
Als het weerbericht storm voorspelde,  werd bij een jutter de juttersgeest vaardig en wakker.
Zodra de storm was gaan liggen, stapte de jutter op zijn fiets om het strand te verkennen.  Wat lag er op het strand? Hoe sneller en hoe eerder je op het strand was hoe groter de buit. Een echter jutter ging daarom  zo snel mogelijk na de storm naar het strand, vol verwachting wat hij tegen zou komen.
Het strandjutten was, juist omdat het niet mocht, een spannende sensatie. Het was een spel dat handig moest worden gespeeld, want het was echt verboden.

De verteller zag het allemaal weer  gebeuren en zat helemaal in zijn verhaal. Hij genoot zichtbaar weer van de spanning van toen, en hoe hij de politie te slim af was geweest.

Helaas heeft de nieuwe tijd ook voor strandjutters veel veranderd. De lading van schepen wordt nu veel beter en sterker verankerd zodat bij een zware storm de lading niet overboord gaat. Alles zit in containers. Het strandjutten is praktisch verdwenen. Het is meer geschiedenis geworden.
Maar zolang de jutters hun verhalen blijven vertellen met inleving en passie blijft ook dit stukje folklore wel in leven, want op folklore moeten we zuinig zijn. Onze geschiedenis blijft erdoor bewaard.

Toen we naar huis reden kletterde de regen tegen nog steeds tegen de voorruit.
Het was een welbestede ochtend en ik had genoeg stof verzameld om dit blogje te schrijven.

Terwijl ik het schrijf, geniet ik nog na van het heerlijke weekje Texel.

Laten we in deze tijd, die door de coronamaatregelen en alles wat het teweeg brengt een triest gevoel in ons kan oproepen, daarom vullen met onze verhalen.
Laten we elkaar vooral niet vergeten, ondersteunen en aandacht geven waar het nodig is.

 

 

 

 

Dit bericht heeft 4 reacties

  1. Anoniem

    Lieve Maaike. Goed om weer eens een blogje van je te kunnen lezen.
    Ja ik ken het Juttersmuseum op Texel ( en ook het “Wrakkenmuseum “ op Terschelling (met voorwerpen, gehaald uit wrakken). Leuk dat je die dingen en voorwerpen in dat soort kleine musea nog kunt zien en de verhalen horen.
    Tegenwoordig komt er vrijwel niets nieuws meer bij. Jutten mag niet meer.
    Wat heb ik genoten van Sil de Strandjutter. Dat speelde zich af op Terschelling. Sil “jutte” zelfs een klein meiske. Lobke, dat hij en zijn vrouw als vervanging voor hun dode dochtertje beschouwden. En dan die verwikkelingen met de twee stiefbroers, Jelle en Wytze. Heel cliché, een “ goeie en een “slechte”. Maar (behalve dan dat het met Jelle uiteindelijk niet goed afloopt,) komt het happy end dan toch, met Wytze en Lobke tezamen.
    Nu, dat was weer een veel te uitgebreide reactie, maar dan moet je ook maar niet zoveel herinneringen oproepen. Heerlijk, dat eiland-en strand/zee-gevoel. Leuk, he, zo’n chalet. Ze zijn best lekker ruim. Ik weet het nog. (Veel vakanties en weekends in doorgebracht.) Dag Maaike. Tot snel! Elly

  2. Bernadette

    Leuk om nog eens een verhaaltje van u te lezen. Het juttersmuseum ken ik niet alhoewel ik heel lang geleden een paar dagen op Texel verbleven heb en het er prachtig vond. Een paar jaar geleden was ik op Ameland en dat is mij heel goed bevallen. Zo goed dat ik echt nog eens graag naar de Waddeneilanden op vakantie wil gaan. Als ik het geluk heb om ooit nog eens naar Texel te komen bezoek ik zeker en vast het juttersmuseum. Bedankt voor de tip. Lieve groeten. Bernadette

  3. Gerlien

    Lieve Maaike,
    Wat leuk dat er weer een blogje is verschenen 😉 Voor mij een teken dat het goed met je gaat! Ja, het juttersmuseum op Texel is ons ook beken. Ieder jaar gaan we ca. de laatste week van augustus een weekje naar Texel naar een huisje op het Landal Green Park “de Sluftervallei” en dat al sinds 2004. Je hoeft dus niet te vragen of het ons bevalt. Ook dit jaar zijn we, ondanks Corona-maatregelen, wel geweest en hebben prachtig weer getroffen. Verder houden we ons aan de regels en hopen dat het virus onze deur voorbij gaat. Heel veel groetjes en hou je haaks!!

  4. Tineke

    Wat heb je een fijne week gehad op Texel. Ooit ben ik één dag op Texel geweest. Wel was ik op Ameland. Een juttersmuseum? Nee nooit geweest, toch kan ik me er wel iets bij voorstellen. Mijn vader was ook zo’n “jutter” alleen niet op een strand, wel langs de weg en op een vuilnisbelt in de buurt. Er was altijd wel iets “bruikbaars” te vinden wat hij mee naar huis nam. Op zijn manier kon hij hele verhalen vertellen waar iets vandaan kwam en hoe het dan daar terecht gekomen was. In het boek van Sil de Strandjutter komt Lobke voor. Onze zoon kon zijn naam Robin nog niet zo goed uitspreken en als men dan vroeg hoe hij heette zei hij: Lobke. Die gebreide pop doet me denken aan mijn beppe(oma) Zij breidde ook alles wat maar in haar opkwam. Zo wilde ik graag een pop met een donkere huid en die kwam er. Volgens mij had de pop een rieten/raffia rokje aan. Wie weet waar die ooit terecht gekomen is? Van oude stropdassen maakte ze ook poppen. Daar heb ik er nog ééntje van en die herinnert me aan haar. Ik ben (als oudste kleinkind) ook naar haar vernoemd.
    Groet van Tineke.

Laat een reactie achter