Van de week dacht ik opeens: De Voorjaarsschoonmaak? Daar hoor je niemand meer over.
Of zijn er nog mensen die aan “De schoonmaak” doen?
Als ik om mij heen kijk en luister krijg ik de indruk dat het hele schoonmaakritueel is opgeheven en dat de mattenkloppers aan de wilgen hangen – en kunnen we het schoonmaakgebeuren scharen onder de cultuurveranderingen van de laatste decennia.
Toen ik jong was werd menig meisje geleerd dat “een goede huisvrouw zijn” een vak was, een eerzaam beroep. En dat was in die tijd niet raar gezegd. De gezinnen waren over het algemeen heel groot. De moeder des huizes moest van alle markten thuis zijn, en van wanten weten om haar grote gezin zo te bestieren dat man en kinderen een veilige thuishaven hadden. Naast liefhebbend echtgenote was ze: econome, zorgzame moeder, opvoedster, vredestichtster en nog veel meer.
Ik kijk dan ook met met bewondering en respect naar mijn eigen moeder en mijn beide oma’s. Die vrouwen verdienen, wat mij betreft, een lauwerkrans met de vele anderen die hetzelfde deden.
Langzaam en sluipend – bijna ongemerkt – ontstonden er veranderingen. Kennis verwerven werd steeds belangrijker. Het waren eerst alleen jongens die mochten doorleren en studeren, voor meisjes gold dit echter niet.
Maar langzaam keerde het tij en mochten ook meisjes, weliswaar mondjesmaat, gaan doorleren, zoals dat werd genoemd.
En wat bleek? Steeds meer meisjes wilde leren, ze waren leergierig, en pakten hun kansen. Zo stroomden ze door naar het Hoger Onderwijs, tot de Universiteit aan toe.
Over die ontwikkeling, en wat voor voeten het in de aarde had eer dat meisjes werkelijk mochten gaan studeren, is veel meer te vertellen. Wie weet!
Inmiddels werden de gezinnen, over het het algemeen, kleiner.
En de meisjes, nu met diploma’s op zak, combineerden steeds meer het “moeder zijn” met buitenshuis werken. Dat was nieuw en lang niet altijd gemakkelijk.
Het waren vooral de jonge moeders die het in de aanlooptijd zwaar hadden, want er was nog weinig taakverdeling.
Alle begin is moeilijk. Veel jonge mannen waren niet opgegroeid met een vader die meewerkte in de huishouding. Maar alles is te leren. En wat een mooie ontwikkeling is het dat nu inmiddels veel meer samen wordt gedaan.
Voorjaarsschoonmaak?
De werkende ouders van nu zijn blij als het huis opgeruimd en gezellig is, en de kinderen aandacht krijgen. Het alledaagse leven draaiend houden is al een crime op zich. Hoe zouden ze nog tijd hebben voor een voorjaarsschoonmaak?
Nee, dat is voor hen een ver van hun bed show geworden.
Of zijn er duizendpoten die het nog wel doen?
In mijn kindertijd lag dat heel anders, toen werd er wel schoongemaakt!
Eerzame huisvrouwen dachten, als de winter op zijn laatste benen liep, aan de Voorjaarsschoonmaak die aan de deur stond te trappelen. En jawel, zodra het weer wat beter werd was het moment daar.
Ik weet nog goed goed hoe bar ongezellig ik die schoonmaak vond.
En het hele gebeuren was ook niet zomaar voorbij. Eer het hele huis een beurt had gehad, tot de kelder aan toe, waren we mooi een paar weken verder.
Er werd van boven naar beneden gewerkt. De karpetten werden naar buiten gesleept en op het kledenrek uitgehangen en geklopt.
Gordijnen werden afgehaald, gewassen of naar de stomerij gebracht. Ramen en deuren gingen wijd open. Vervolgens werden de bedden naar beneden gesjouwd, en dat waren er heel wat. De dekens werden uitgehangen en gelucht. Soms ook werd een wollen deken gewassen. En dat was echt een precisie gebeuren – om een wollen deken zo te wassen dat hij niet kromp.
De bedden werden buiten grondig met de mattenklopper bewerkt. Er werd niet alleen bij ons gesjouwd en geklopt, overal vandaan klonk het kloppen. En dat was dan weer een schrale troost.
De bedden gingen terug naar de zolder, opgemaakt met schoon linnengoed – en hoe fris rook dat! En zo kreeg vertrek na vertrek een beurt.
Bij iedere schoonmaak kreeg natuurlijk ook de de voorkamer een beurt. In de voorkamer was van alles te vinden wat mijn interesse had. Als die kamer een beurt kreeg was ik er als de kippen bij. Dat feestje liet ik mij niet ontglippen.
Ook daar werden de houten kasten uitgesopt en de planken voorzien van nieuw kastpapier. En als alles dan op tafel stond uitgestald zag ik een heleboel dingen die in de kast verborgen bleven.
In één kast stond het luxe glaswerk, en ook dat kreeg een grondige afwasbeurt.
Maar er werden in die kast ook herinneringen bewaard.
Daar stonden ook de zilveren lepeltjes, die mijn vader in zijn jeugd met een schaatswedstrijd had gewonnen. Dat zijn van die details die ik nooit vergeet. De lepeltjes werden gepoetst en gingen terug in de kast. Ze staan nu als een dierbaar aandenken in mijn vitrinekast
In de lade van de linnenkast werd in een kussensloop foto’s bewaard, en kaarten die mijn vader aan mijn moeder stuurde.
Als de lade op de grond werd gezet zat ik er op mijn knieën bij. Als bijzonderheid mocht ik het kussensloop met foto’s en bewaarde kaarten bekijken.
Ik keek voor de zoveelste keer naar de foto van een onbekende oom die jaren geleden naar Miami was geëmigreerd. Het bleef mij boeien omdat mijn oom, in groot ornaat en helemaal in het wit, tussen de palmbomen stond afgebeeld.
Ook de beschreven kaarten van mijn vader bekeek ik opnieuw met grote aandacht.
Het lijkt niets bijzonders, maar voor mij was het hele gebeuren buitengewoon, en ik herinner het mij nog als de dag van gisteren.
Als de lade uitgesopt was, weer ingeruimd was en onder de kast werd geschoven, was het voorbij. Op naar het volgende jaar.
De Uithaal
In het najaar werd de schoonmaak, (uithaal genoemd) dunnetjes overgedaan. Gelukkig was die niet zo ingrijpend. Er werd veel minder overhoop gehaald en het duurde ook korter, het huisraad ging niet naar buiten. Het huis kreeg een zeer goede schoonmaakbeurt. Ik herinner mij weinig van “De Uithaal”, maar deze kwam zeker aan de orde bij mijn propere moeder.
Er waren nog meer veranderingen waardoor de “Grote Schoonmaak” ter ziele ging.
Wikipedia zegt erover: De oorspronkelijke noodzaak ontstond door de kolenkachels van toen, en door de beperkte stofzuigmogelijkheden, en ook waren er meer mensen in een huis.
Dit alles maakte een voorjaarsschoonmaak noodzakelijk. Schoonmaakacties in de lente kunnen uit gewoonte nog de voorjaarsschoonmaak genoemd worden.
Aan de echte Voorjaarsschoonmaak heb ik nooit zo meegedaan. Ik geloof dat hij toen al minder in zwang raakte. Bovendien vond ik het niet nodig om mijn huis, waar regelmatig werd gewerkt, ook nog eens met bezemen te keren.
Eilaas, en toch komen er bij mij in het voorjaar schoonmaakkriebels om de hoek kijken.
Zo loop ik mijn kasten na wat er weg moet, en in huis ga ik extra opruimen. Ook laat ik klusjes uitvoeren die volgens mij nodig zijn. Misschien toch een overblijfsel uit de lange schoonmaaktraditie die mij met de paplepel werd ingegoten?
Misschien zijn er wel mensen die het niet met mij eens zijn, en het nodig vinden wel ieder jaar de Voorjaarsschoonmaak uit te voeren. Zou best kunnen.
Gratis lid worden van mijn blog? Dat kan.
Als je rechts boven je naam invult rolt ieder nieuw blogbericht in je postvak