Onlangs is ‘Vlieger in het vuur’ opgericht, een stichting ter nagedachtenis van oud-piloot Jochem Bakker. Als jongste zus, en als een van de laatst overgebleven gezinsleden, heb ik zitting in het bestuur ervan. Toen het maandblad Terdege mij vroeg of ik mee wilde werken aan een interview heb ik meteen mijn medewerking toegezegd. Vandaag publiceer ik dit vraaggesprek over het veelbewogen leven van mijn jong overleden broer, Jo op mijn blog.
Op mijn blog staan verschillende verhalen die in het interview worden genoemd.
Onder het interview vind je links die verwijzen naar deze verhalen op mijn blog. En misschien rijzen er vragen na het lezen. Als ze er zijn stel ze dan gerust. Ik doe mijn best ze te beantwoorden.
Een gedenkteken voor Jo
De vroege jeugd van Maaike Bakker wordt gestempeld door verliezen. Vooral het verongelukken van broer Jo, oud-piloot bij de Engelse Royal Air Force en een vaderfiguur voor zijn jongste zusje, trekt diepe sporen. ”Het was of er een bom in ons gezin viel.”
tekst: HUIB DE VRIES
INTERVIEW
Het is een foto die onmiddellijk de aandacht trekt. Een knappe, jonge kerel met een brede lach op het gezicht, in de opengeslagen cockpit van een Spitfire, het Engelse jachtvliegtuig dat tijdens de Tweede Wereldoorlog een begrip werd. De piloot is geen Brit, maar een Nederlander. Jo Bakker uit Barendrecht.
Zus Maaike (83) koestert de afbeelding als een kleinood. Door de stichting Vlieger in het Vuur krijgt de foto nu ook buiten de familiekring bekendheid, net als de levensloop van de jonggestorven piloot. En dat dankzij Herman van Beek, docent aan het Rotterdamse Wartburg College, die onderzoek verricht naar verzetsactiviteiten binnen de gereformeerde gezindte tijdens de oorlogsjaren.
Maaike, woonachtig in Amstelveen, was de elfde in het gezin. En de laatste. Haar vader, tuinder en keurmeester op de plaatselijke veiling, overleed twee maanden voor haar geboorte aan een hartstilstand. Het bedrijf werd zo goed en zo kwaad als het ging nog wat jaren voortgezet door moeder Maaike. De jonge Maaike deed al snel mee. „Ook binnenshuis is in zo’n groot gezin altijd wel wat te doen. Drie broers gingen bij een slager werken, dus er viel veel te wassen en te strijken.”
VERTROUWEN
Ze bewaart warme herinneringen aan haar jeugd, zij het omgeven door verdriet. Piet, haar oudste broer, herinnert ze zich niet anders dan ziek. „Hij had tuberculose in de lendenwervels en heeft vier jaar in een gipsbed gelegen, in een houten kuurtentje op het erf. Elke morgen kwam een wijkverpleegster hem verzorgen. Overdag hield ik hem vaak gezelschap. Op 22-jarige leeftijd is hij overleden.”
Onverwachts kwam het sterven niet; noch voor de familie, noch voor Piet. „Hij stierf heel rustig, in het vertrouwen op God. Dat was voor moeder een grote troost en maakte het aanvaarden van zijn dood ook voor ons als kinderen gemakkelijker. Zijn sterven vond plaats in de hongerwinter, het was een dramatisch gebeuren. Hij is begraven door ds. P. van der Bijl, destijds predikant van de christelijke gereformeerde kerk van Barendrecht. Die kwam iedere week bij Piet op bezoek.”
Moeder Bakker wist zich ook gesteund door het volk uit gezelschapskringen. „Na hun trouwen deden mijn ouders weinig aan het geloof. Bij mijn moeder is dat veranderd door contacten met een bekeerde tante. Ook zij is bekeerd geraakt. Mijn vader accepteerde dat, maar eensgeestes waren ze niet meer. Mijn moeder sloot zich aan bij de christelijke gereformeerde kerk van Barendrecht. Door die gezelschappen had ze ook goede contacten met leden en voorgangers van andere kerken.”
GEZELSCHAP
Als ze haar ogen sluit, ziet de inwoonster van Amstelveen weer voor zich hoe het was als thuis gezel schap werd gehouden. „Uit alle windstreken kwamen in het zwart geklede mensen naar Barendrecht. Nadat er koffie was gedronken, spraken ze met elkaar over hun geestelijk leven. Mijn moeder was goed in het begeleiden daarvan. Als ik erop terugkijk, was het heel geëmancipeerd. Het onderscheid tus sen mannen en vrouwen viel weg. Ik zat erbij en genoot van de taal en de sfeer. Bij het ouder worden ging die me benauwen, maar als kind zag ik enkel de mooie kant. Die mensen gaven elkaar steun, liefelijk en gunnend.”
Op zondag liep ze aan de hand van moeder mee naar de kerk. „Zo’n drie kwartier enkele reis, met lange kousen aan en een hoedje op. Ik dacht voortdurend; als we maar geen meisjes van school tegenkomen. De meeste leerlingen waren veel lichter dan wij.”
Naast het gemis van een vader en het verlies van haar oudste broer is er tijdens de oorlogsjaren de gestage zorg over Jochem, roepnaam Jo, de tweede zoon in het gezin. „Drie maanden voor het uitbreken van de oorlog ging hij als leerling stuurman naar zee. We wisten niet waar hij zat; hij was ook niet bij de begrafenis van Piet.”
De jonge zeeman heeft dan al vele angstige uren achter de rug. Op 8 juni 1941 wordt zijn schip door een Duitse onderzeeboot tot zinken gebracht. Jo overleeft de scheepsramp, belandt in Engeland en treedt in dienst van de Royal Air Force. In 1943 behaalt hij zijn militaire vlieg brevet, waarna hij wordt ingezet in de strijd tegen Duitsland. Eerst bij Squadron 132, later bij Squadron 322. Hij is als vlieger betrokken bij de operatie Market Garden en maakt deel uit van de formatie van veertien jachtvliegtuigen die Koningin Wilhelmina op 12 maart 1945 escorte ren van Engeland naar het bevrijde Brussel.
GEFRUTSEL
De familie in Barendrecht weet niets van Jo’s positie bij de Royal Air Force. „We leefden voortdurend met de onzekerheid: waar is Jo en komt hij ooit terug? Tot mijn moeder op een dag te horen kreeg dat hij in Brabant was gezien.”
Dezelfde dag staat de vliegenier onverwachts voor de deur. „Ik zag hem voor het eerst bewust. Toen hij vertrok, was ik nog geen jaar oud. Door de terugkeer van Jo kwam er iets nieuws in ons gezin. Hij had veel meegemaakt en kon daar boeiend over vertellen. Na jaren van droefgeestigheid ging de zon schijnen. Hij was een zorgzame broer, voor het hele gezin. Het bericht dat Piet was overleden, gaf hem een enorme klap.”
De dan zes jaar oude Maaike krijgt met de thuiskomst van Jo voor haar gevoel een vader. „Ineens had ik ook iemand over wie ik kon opscheppen. Als hij het weekend thuis was en in de leunstoel van mijn vader zat, was ik zomaar een uur bezig met het kappen van zijn haar. Dat gefrutsel aan zijn hoofd vond hij heerlijk.” Van het geloof lijkt de vlieger afstand te hebben genomen. „Voor mijn moeder was dat een groot verdriet. Als wij naar de kerk waren, ging Jo bij oma Bakker op de koffie. Die zag ook nooit een kerk van binnen.”
Op 7 december 1946 reist de avontuurlijke tuinderszoon als beroepsmilitair af naar Nederlands-Indië, om een bijdrage te leveren aan het behoud van de kolonie voor Nederland. In de zomer van 1948 keert hij met een troepentransportschip terug. „De Rotterdammer, de krant waarop wij waren geabonneerd, deed elke dag verslag van de reis. Als negenjarig meisje volgde ik trouw hoe ver Jo al was.”
INSTRUCTEUR
De ervaren piloot wordt door de Nederlandse luchtmacht aangesteld als instructeur. Op het militaire vliegveld Twente traint hij leerling-piloten in het vliegen met de Gloster Meteor, de eerste operationele Britse straaljager. „Doordeweeks zat hij in de kost, in de weekenden was hij thuis.”
Bij moeder Maaike geeft het gemengde gevoelens. „Ze was blij als ze hem weer zag, maar vond het heel moeilijk dat hij de wereld in huis bracht, zoals ze dat noemde. Soms liep ze bijna wanhopig door het huis. Dan riep ze onheilspellend: „Jongens, er gaat iets gebeuren.” Wat, dat wist ze niet.”
Vrijdag 2 juni 1950 ziet de jonge Maaike ds. Laman naderen, christelijk gereformeerd predikant in Rotterdam. „Die kwam wel meer bij ons langs, hij was een geestelijke vriend van mijn moeder. Barendrecht had destijds geen eigen predikant, dus Laman bracht het bericht dat Jo die morgen was verongelukt, met een leerling. Het was alsof er een bom in ons gezin viel. Ik hoor nog het gekerm van mijn moeder. Ik wilde het eerst niet geloven, maar het viel niet te ontkennen. In een gesloten kist kwam Jo thuis, afscheid van hem nemen kon niet.”
BEGRAFENIS
Van de begrafenis herinnert ze zich vooral dat die heel lag duurde. En dat het snikheet was. Aan het hoofd van de enorme stoet liep een grote groep militairen in speciaal tenue, strak in het gelid.
„Ik zat in een van de volgauto’s en zag overal mensen langs de kant van de weg staan. Verschillende predikanten, onder wie ds. Van der Bijl en de legerpredikant, voerden het woord. Aan het graf werden verschillende mensen onwel door de hitte. Mijn zus Sjaan, getrouwd met ds. Frans Mallan, schrok zo vreselijk van het afgevuurde saluutschot, dat ze voorover viel in de schoot van mijn moeder.”
Een begrafenis met militaire eer heeft moeder Maaike met bezwaard hart toegestaan, na aandringen door leerlingen van Jo. Een grafzerk komt er niet, zoals ook broer Piet en vader Jan die niet hebben kregen. „Mijn moeder baseerde die beslissing op het Bijbelwoord: „Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.” Daar past geen gedenksteen bij.” Maaike junior verliest behalve een tweede broer ook de vaderfiguur die in haar leven is gekomen. „De dagen voor de begrafenis deed ik niet anders dan huilen. Tot ik te horen kreeg: „Je hebt nu wel genoeg aandacht gehad.” Vanaf dat moment sloot ik me af voor het verdriet. Toen ik weer op school kwam, deed ik alsof er niets was gebeurd. Er was ook niemand die vroeg hoe het met me ging. Tegenwoordig is er voor leerlingen die zoiets meemaken een programma voor traumaverwerking. Dat was er destijds niet bij. Je moest zelf je weg zien te vinden.”
Ook op de broers heeft het verongelukken van Jo grote impact. „Er is daardoor beslag in het gezin gekomen, zoals ze dat in bevindelijke kringen noemen. De meeste kinderen kwamen tot inkeer.” Bij moeder Maaike daalt na de ontsteltenis van de eerste dagen de rust in het hart. „Ze geloofde dat het met Jo in de laatste ogenblikken van zijn leven toch nog goed was gekomen, net als bij de moordenaar aan het kruis. „Eén zucht in waarheid om God verlegen, is God eren”, zei ze. De gezelschappen waar ze deel van uitmaakte, namen dat over, zoals men dat daar noemt. Ze hadden er Bijbelwoorden voor gekregen.”
SLAGERIJ
Als Janus en Arie in Lekkerkerk een slagerij overnemen, gaat de jonge Maaike mee als huishoudelijke hulp en winkelbediende. „Ik had de droom kinderarts te worden, maar dat kon natuurlijk niet. Het werd de huishoudschool en daarna de slagerij.” Na het trouwen van de twee broers, raakt ze in Lekkerkerk overbodig. Het tweetal zal in de jaren erna de dorpsslagerij uitbouwen tot een miljoenenbedrijf. En dat dankzij het gouden besluit om het verdwenen product boerenzult op de markt te gaan brengen, met een recept van moeder Maaike. Maaike junior keert terug naar Barendrecht en gaat in de avonduren de opleiding tot kleuteronderwijzeres volgen. „Tot in de jaren tachtig heb ik op verschillende scholen voor de klas gestaan. Heerlijk vond ik dat.”
ONWELLEVEND
Na de geboorte van haar tweede kind zakt ze weg in een depressie. „In die tijd brak in het Midden Oosten de Zesdaagse Oorlog uit. Ik raakte helemaal in paniek. Alle verdrongen herinneringen aan de oorlogsjaren en het verongelukken van Jo kwamen boven. Ik was angstig, somber en in mezelf gekeerd, en ben jaren in therapie geweest. Heel geleidelijk kwam ik het trauma te boven.”
Na het trouwen van de kinderen gaat ze schrijven; korte schetsen met jeugdherinneringen. Aanvankelijk voor zichzelf. Later publiceert ze de korte verhalen op haar weblog ”Mee op de wind”. In 2017 bundelt ze een deel van de blogs in een gelijknamig boek.
Nu is ze vooral druk met de in november opgerichte Stichting Vlieger in het Vuur, die de herinnering aan Jo Bakker levend wil houden. Mogelijk wordt een plein of straat in Barendrecht naar hem vernoemd. Op zijn graf zal nog steeds geen gedenksteen komen. „Ik ben weggegroeid van de geloofsovertuiging van mijn moeder”, verklaart Maaike, „maar ik denk wel met groot respect aan haar terug en wil haar besluit in ere houden. Ze heeft zó haar best gedaan. Ik ben altijd onder de indruk van onze voorouders; hoe die hebben moeten buffelen om door het leven te komen. Het zou toch zeer onwellevend zijn om van hen iets kwaads te zeggen. Nee, dat past ons niet.”
Onafwendbaar Overlijden van Piet
Jo komt thuis In 1945
De schoen van Jo Jo in Nederlands Indië
Pinksterdagen die ik nooit vergeet Het laatste bezoek van Jo
Uurtjes van korte duurtjes Over het gezelschapsleven
En nu aan het werk In lekkerkerk
De Zesdaagde Oorlog De oorlog van Israël
Over zure zult en hoe het begon Het begin van de zure zult fabriek
Mijn boek ‘Mee op de wind’ kun je in iedere boekhandel bestellen.
Hoi Maaike.
Wat mij intrigeert na lezing, is: hoe kwam jouw broer Jo nou bij de Royal Air Force terecht? Of is dat niet bekend? Was hij iemand van de Engelsen opgevallen als zijnde zo’n goede vlieger?
Tragisch dat hij uiteindelijk als instructeur verongelukt is. Heel mooie foto in die Spitfires. Kan me voorstellen dat je moeder die koesterde en vreselijk voor haar. Zo’n zwaar leven, en dan 2 zoons moeten verliezen. Gelukkig had zij haar geloof. Zij geloofde onvoorwaardelijk, he? En veel steun van haar geloofsgenoten. We hebben het er wel eens over gehad. In deze tijd kunnen we ons dat bijna niet voorstellen.
Ha Elly,
Na het torpederen, in oorlogstijd, van de boot waar hij op zat heeft hij besloten om voor piloot te gaan studeren.
Waarschijnlijk al met het plan om mee te gaan strijden met de geallieerden.
Ja zoveel vluchten tijdens oorlogstijd overleefd en dat verongelukken tijdens een vliegles dat was heel vreselijk.
Ja dat is toch mooi om te weten dat mijn moeder troost vond ik haar geloof en ook de kring van gelovigen om haar heen was troostend
Dank Elly voor je reactie weer en groetjes van mij.
Maaike
Wij lazen dat je broer Huib is overleden, onze deelneming. Nu zijn er niet veel meer over van je familie. Als jongste moet je veel afscheid nemen.
Sterkte
Ja, dat is waar Jo. En dat is niet gemakkelijk. Van de elf kinderen zijn mijn zus en ik nu nog over.
lief dat jullie een berichtje sturen.
Groetjes aan Adrie, en natuurlijk aan jou.
Van Maaike
Tja, Maaike, zoveel meegemaakt en nog steeds staande. En hoe!
Fijn dat je nog zoveel kan schrijven.
Liefs, Nelleke
Ha Nelleke,
Ja, mijn blogjes schrijven vind ik leuk, Nelleke.
Ik prijs de dag dat ik er mee begonnen ben.
En fijn dat er altijd weer mensen zijn die reageren, zoals jij bijvoorbeeld.
Mijn dank en groet, Nelleke,
Van Maaike
Hallo Maaike,
Het heeft even geduurd, maar nu toch een reactie. Het probleem was: Corona ;(,
sinds 25 jan. zaten we in de lappenmand, maar gelukkig het gaat weer de goede kant op en we hebben C. de deur gewezen. Wat een prachtig initiatief dat men de stichting: “Vlieger in het vuur” is gestart en dat je er deel van uitmaakt, petje af!!
Lieve groetjes van Gerlien.
Dag Gerlien,
Blij om weer iets van je te horen, Gerlien.Gelukkig lijkt het bij jullie nog wat mee te vallen al is ziek zijn en Corona hebben erg genoeg.
Maar nu ben je er weer! Ja, het is fijn dat ik dit meemaak en ook dat ik er in meedraai vind ik leuk.
Jij ook weer dank Gerlien
En tot horen met groetjes,
Maaike
Lieve Maaike,
Wat een indrukwekkend blog heb je geschreven .
Je geeft ons een kijkje achter de schermen van wat zich in jou jeugd en later, heeft afgespeeld. Elk huisje heeft zijn kruisje, maar Julie hadden meerdere kruisjes.
Wat moet et fijn zijn om op die manier de nagedachtenis van je broer levend te houden. Vlieger inn het vuur, en veelzeggende
Uitspraak,
Ik stel me zo voor dat al die herinneringen een uitlaat klep behoeven, die je voortreffelijk verwoord in je blogs. Chapeau!
Liefs Cis
Lieve Cis, nog maar net binnen je reactie en meteen een antwoord. Ja, er is veel gebeurd in mijn leven, ook later. Maandag ben ik naar de begrafenis van mijn zevende, en laatste broer geweest.
Dat er nu een Stichting is die Jo herdenkt voelt heel goed.Vooral in het begin van mijn blog heb ik heel veel jeugdverhalen geschreven en dat was inderdaad een uitlaatklep.Fijn dat je weer reageerde Cis.
Lieve groet, Maaike
Dag Maaike, Wat heftig allemaal om te lezen. Een hele schok voor jou en de familie. En wat fijn dat er nu meer aandacht voor komt. En zelfs een stichting en jij in het bestuur. En pracht foto van je broer. Vind het ook heel bijzonder dat het je broer lukte om zo’n piloot te worden en later les gaf. De vele stukken op je blog heb ik nog lang allemaal niet gelezen. Zo nu en dan pak ik eens een blogje.
Groet van Tineke.
Ha Tineke,
Ja, dat is fijn dat de Stichting is opgericht
En ik vind de foto ook heel mooi. Mijn broer was een ondernemende jongen en hij zag waar hij ndig was.
Het zijn inmiddles ook heel veel verhalen, Tineke want ik ben ook al jaren aan het schrijven.
Maar doe rustig aan want de verhalen lopen niet weg.
Ook jij veel schrijfplezier met je stukjes. Leuk zijn ze om te lezen!
Dank voor je reactie Tineke, en tot horen
roetjes,
Maaike