Als de bomen dalen

Een verhaal uit 1951

“Zou je niet eens naar bed gaan”? vraagt moeder. “Je moet er morgen weer bijtijds uit”. Morgen is het zondag en dan ga ik bij Corrie, mijn oudste zus, oppassen. Corrie is getrouwd met Nico. Ik heb afgesproken dat ik om half tien bij haar zou zijn. Dan moet ik toch zeker om negen uur op de fiets zitten. Corrie en Nico hebben dan ruim de tijd om naar de kerk te lopen. Ze wonen dichter bij de kerk dan wij.

Als ik op bed lig is mijn slaap over. Het is heel warm geweest vandaag en op het zolderkamertje hangt de warmte van de dag nog. Maar buiten wordt het wordt al donker. Ik luister, vanuit de verte klinkt een regelmatig gedender. Het zal wel een goederentrein zijn die voorbij rijdt. Het dreunen blijft maar aanhouden. De spoorbaan ligt dicht bij ons huis. Gelukkig sta ik niet voor de spoorbomen. Overdag komen er ook veel goederentreinen langs en als je pech hebt sta je minutenlang te wachten naast je fiets. En altijd net als je haast hebt natuurlijk.

maaike-fiets                                                Hier ben ik twaalf jaar

Het enige raampje dat het kamertje telt, is klein. Het is naar omhoog geschoven maar dat geeft geen verkoeling.  Ik moet zien dat ik in slaap val. Ik moet morgenochtend echt op tijd zijn. Corrie vroeg van de week of ik zondagochtend wilde oppassen dan konden Nico en zij weer eens samen naar de kerk. Dat kan bijna nooit, alleen als ik oppas. Corrie en Nico hebben vijf kinderen.

Het is nu helemaal donker buiten en ik slaap nog niet. Ik durf niet goed te gaan slapen. Ik zie iedere keer lichtflitsen op het behang en dat is eng. Dáár, en daar al weer een. Ik trek het laken omhoog en kruip er diep onder. Misschien komt de Heere Jezus straks wel terug op de wolken des hemels, en licht het daarom zo. Moeder zegt dat Hij onverwacht zal komen, zoals een dief in de nacht. Misschien komt Hij nu, vanavond wel! Poeh, wat is het toch heet in de kamer, om te stikken. Ik draai mijn kussen om en om. En die dekens zijn ook veel te warm. Ik gooi de dekens van mij af,  weg, weg ermee vóór dat ik stik!  Zo, alleen met het laken over mij heen wordt het gelukkig wat koeler. Al woelend val ik uiteindelijk toch in slaap.

Het is zondagochtend negen uur. “Je moet nu echt weg anders ben je te laat” zegt moeder. “Ze moeten ook nog naar de kerk lopen, wat heb je aan al dat gehaast”. “Ja ik heb mijn jas al aan” zeg ik. Moeder loopt mee naar de schuur daar staat mijn fiets. Ik pak mijn fiets en loop naar de deur. “Je band staat leeg. Hij zal toch niet lek zijn”?  Moeder voelt aan de band: “Nee, hij is niet lek geloof ik, maar je kunt niet weg zo. Je moet hem wel even oppompen”. “Moet dat nou? Ik ben al zo laat”. Als de band hard is stap ik snel op de fiets. Als ik maar niet te laat bij Corrie ben. Die vervelende band ook. Ik zwaai op de dijk nog even naar moeder en zet er de sokken in.

Het is stil op de dijk. Maar over een half uur wordt het druk. Dan komen de mensen naar buiten. Bijna alle buren gaan ’s zondags naar de kerk. De meeste mensen gaan op de fiets omdat de kerken een eind verder weg op het dorp staan. Er zijn verschillende kerken in Barendrecht. Wij gaan in de Christelijk Gereformeerde kerk.

Christelijke Gereformeerde KerkDie kerk staat aan de Voordijk, verder weg van het dorp. Corrie woont nog voorbij de kerk.

Het is best een eind naar Corrie. Ik fiets zo snel mogelijk over de dijk. Als de spoorbomen niet gesloten zijn haal ik het nog wel. Gelukkig ik zie het al, de bomen staan naar omhoog. De bomen sluiten de hele weg af daarom zijn ze heel hoog. Bij de spoorbomen staat een klein huisje (het seinwachterhuisje) daar zit een man in die de bomen bedient. Als er een trein aankomt draait hij de bomen naar beneden. Maar wat gaan wij nu krijgen? Nee toch hè? De bomen dalen! Juist nu ik er aankom, dat moet ik niet hebben! Ik ga sneller fietsen. Ik ben er vlak bij, als ik heel hard fiets kan ik nog net onder de dalende bomen door, dat doe ik wel eens meer. Ik zet alles op alles. Ik buig mijn hoofd al om onder de bomen te duiken. Maar ik haal het niet, net niet! Ik kan niet meer stoppen, de bomen zijn nu griezelig dicht bij. Met een klap komt mijn hoofd tegen de spoorboom aan. Ik val van mijn fiets en verder weet ik even niets. Er komen mensen aanrennen om te kijken wat er is gebeurd. Ze zien mij op de grond liggen. Mijn hoofd bloedt vreselijk. Ze helpen mij een beetje overeind en brengen mij naar binnen in een huisje dat vlak bij de overweg staat. Ik weet wat er gebeurt maar het is alsof ik in de verte toekijk. Er wordt aan mij gevraagd waar ik woon. Ik hoor dat ik mijn naam zeg, en dat ik vertel waar ik woon.

Een poosje later hoor ik vlak bij mijn oor een stem: “Zo, hier is de pillendraaier. Wat heb je nu toch gedaan”? Het is de dokter. Is het zo erg dat de dokter moet komen op zondag? De dokter onderzoekt voorzichtig mijn hoofd. Het bloeden is opgehouden. Mijn haren plakken in het bloed op mijn hoofd.

“Daar doen we verder niets aan” zegt de dokter. Het bloeden is gestopt en we laten het zo verder genezen”. De dokter kletst maar door. Ik zeg niets terug. Ik voel mij nog steeds ver van de wereld. De dokter brengt mij met zijn auto naar huis. Ik was nog maar een paar minuten van huis. Moeder wacht mij op in de deuropening. Ze weet het al want mensen zijn het haar gaan zeggen wat er is gebeurd.

“Kind wat is er gebeurd? Wat laat je mij schrikken. Maar wat gelukkig dat je er nog bent”! Ik hoor aan haar stem dat moeder blij is. Moeder wijst de dokter de bedstede. “Ik heb het bed al voor haar klaar gemaakt” zegt ze. En daar lig ik nu. In de bedstede van de huiskamer. De dokter zegt dat ik voorlopig op bed zal moet blijven want ik heb een hersenschudding. “Het had heel veel erger kunnen zijn” zegt moeder. “Ik ben heel blij dat het zo goed is afgelopen”. De dokter geeft mij een hand en lacht naar mij. “Ik kom van de week nog een keertje kijken” zegt hij. Hij is aardig, onze dokter!

Moeder kan nu niet naar de kerk. Ze blijft thuis bij mij.  Ze dankt de Heere ervoor want Hij heeft mij gespaard! En Corrie kan vandaag niet met Nico naar de kerk dat is wel jammer voor hen. Ik lig veilig in de bedstee en soes af en toe een beetje weg. Wat fijn dat ik weer thuis ben en gelukkig gaat het goed met mij.

De hersenschudding viel gelukkig mee. Na een paar dagen was ik al weer aardig het ventje. In dit geval het vrouwtje.

 

 

 

 

 

 

Dit bericht heeft 20 reacties

  1. Nelleke.seeder

    Weer een mooi stuk en wat een spannende titel. Even dacht ik: ” Het zal toch geen tikfout zijn”. Maar toen las ik 1951 en las gauw verder. Toen de denderende goederentreinen langskwamen begreep ik het. De foto is ook geweldig. Zo uit die tijd. Ik herken mijzelf erin. Had ook nog een tijdje klossen op de trappers.
    Liefs Nelleke

    1. Mee op de wind

      Ha Nelleke, ja die klossen heb ik ook nog op mijn trappers gehad. Leuk dat je dat aanhaalt want dat was ik vergeten.
      Ja we kregen alles op de groei.Dubbele zomen in jurken, schoenen met watjes in de neuzen. We moesten, ondanks dat we groeiden, zo lang mogelijk van alles doen. De weggooi maatschappij was toen nog ver weg. Dank voor je leuke reactie en gelukkig is het raadsel voor je opgelost!
      Liefs, Maaike

      1. Anoniem

        Maaike.wat een spannend verhaal. Het is altijd eng bij spoorwegovergangen.maar wat was je eigenlijk onv1oorzichtig en ok wel een beetje brutaal.maar je was een beetje laat
        En dan gebeuren er zulkgevaarlijke tnestanden .op deze leeftgjd zal je daar niet meer over denken gr oelly

        1. Mee op de wind

          Dag Anoniem. Ja, je kunt het jeugdige onbezonnenheid met brutaliteit noemen, dat was het, dat is waar. Aan de andere kant zat het plichtsbesef er al goed in: ik moet op tijd daar zijn! En dan gebeuren er rare dingen, zoals in dit verhaal. En zo vlug als toen ben ik al helemaal niet meer dus zal het wel niet meer gebeuren. Bovendien zie ik het gevaar nu wel. Vroeger stonden wij echt heel lang voor de spoorbomen want aan die goederentreinen leek geen eind te komen. Ach ja, het zijn verhalen van vroeger die zó weer herleven. En verder natuurlijk mijn dank voor het reageren! Hartelijke groet van Maaike

  2. wilma

    helaas was de haastige spoed niet goed die keer. Maar je doet dingen als je jong bent waar je later weleens om moet lachen of bedenken dat het zo anders had kunnen zijn.
    Hier is ook een spoorlijn vlakbij voor de goederentreinen en die blazen dan. Er zijn wel bomen soms maar blazen doen ze toch.
    En hier kan eengoederen transport meer dan 100 karren(of noem je het wagons) tellen. haha, ik weet niet meer hoe dat heet in het Hollands!!
    Groet, Wilma

    1. Mee op de wind

      Dag Wilma, gezellig dat je er weer bent! Nee die spoed bleek zeker niet goed uit te pakken, dit keer. Maar ik was jong en onbezonnen en niet zo wijs, zoals blijkt. Gelukkig liep het heel goed af want gevaarlijk was het! Met honderd wagons er achter aan is het toch zeker ook wachten geblazen. En inderdaad noemen wij het wagons in plaats van karren. Ach als het beestje maar een naam heeft, toch? En dan, je bent al zo veel jaren weg uit Nederland dat het je vergeven is dat je soms een woord aanpast in het Engels. Toch al knap dat je het Nederlands zo goed beheerst. Ik dank je weer voor je reactie Wilma met een hartelijke groet van Maaike

  3. Elly

    Ha Maaike. Het voorbije tijdsbeeld dat je schetst, maak ik hier in Brabant (vakantie) een beetje mee. Zondag zagen we (grote) gezinnen naar de kerk (de Katholieke hier) wandelen. Nu moeten de kinderen weer naar school. De spoorbomen zijn net op de grens v.h.dorpje, langs de rivier de Reusel. Aan de andere kant een heideveld, compleet met een “witgewolde kudde”, schaapherder en hond. De kinderen zitten op hun fiets te wachten en racen er vandoor als de trein voorbijrijdt. Een klein meisje komt wat in de verdrukking. Mijn schietgebedje: “Laat ze veilig aankomen”.

    1. Mee op de wind

      Dag Elly in Brabant. Leuk wat je schrijft over de “witgewolde kudde” met schaapherder en hond. En toch is dat ook heel leuk want dan gaan die “oude plaatjes” weer spreken. Je denkt vaak dat het allemaal voorbij is maar dat is dus niet zo. Heb je het lied van de grote stille heide soms ook nog gezongen? Ja, het verkeer is nu helemaal eng voor kinderen, vind ik. En zelfs vroeger ook al zoals uit mijn verhaal blijkt. Maar het was natuurlijk ook heel onvoorzichtig van mij. Zelfs in je vakantie nog een reactie daar mag ik toch wel blij mee zijn! Hartelijk dank Elly. Groet van Maaike

  4. Pieta

    Dag Maaike,
    Al heel lang volg ik je blog en ik geniet er steeds weer van. Alles is zo herkenbaar, het slapen op een warm zolderkamertje, oppassen bij de zussen en broers enz. Zelf ben ik ook de jongste van een groot gezin en we waren ook Christelijk Gereformeerd. Daarom verbaasd het mij dat je op zondag mocht fietsen, bij ons liep iedereen naar de kerk en wij zelfs 4 maal 3 kwartier op die dag. Je wist niet beter! Maar hoe durfde je nog net onder de spoorbomen heen te (willen) rijden, wat waren we op die leeftijd toch zorgeloos. Gelukkig liep het nog goed af met je, het had zo anders kunnen zijn, zoals je moeder ook zei. Wat een lieve foto toen je 12 was, een heel bekend gezichtje!!! Hopelijk mogen we nog veel van je verhalen genieten, ze geven je zo’n idee van ‘even’ weer in ‘vroeger’ te zijn, het onbezorgde leventje van onze gezellige en fijne jeugd! Misschien zie ik dat nu door een roze bril, maar ik verlang er nog wel eens naar terug.
    Vriendelijke groet,
    Pieta.

    1. Mee op de wind

      Dag Pieta,
      Ja, toen ik nog klein was liep ik met mijn moeder naar de kerk en dat was toch wel heel ver. Later gingen wij, de kinderen, met de fiets. Ik vind het leuk dat je reageert en dat alles heel herkenbaar voor je is. Ik heb al heel veel verhalen over vroeger geschreven en soms liggen de verhalen heel ver weg en dan schrijf ik over het nu en over de tegenstellingen die er in het nu zijn. Maar nu kwam dit verhaal boven drijven en dat beleef ik dan opnieuw. Ja het was wel gewaagd wat ik deed, jeugdige overmoed! Soms denk ik wel eens, wie zijn het toch allemaal die mijn verhalen lezen? En zo af en toe schrijven mensen mij zoals jij nu doet en dan wordt het mij weer duidelijk. En dat is leuk! Hartelijk dank Pieta voor je reactie en hopelijk blijft er stof voor het schrijven!
      Hartelijke groet, Maaike

      1. wilma

        mss moeten de “vaste lezers” eens een sort persoonlijk iets sturen naar je email. Weet je wie we zijn.
        Kan even op de koffie komen,maar ben voorlopig niet in de buurt!!
        Groet, WIlma

        1. Mee op de wind

          Het is allereerst heel leuk dat je meedenkt en suggesties hebt dat moet gezegd, Wilma. Of er een praktische uitvoerbare oplossing voor is? Ik weet er niet zo gauw één. Ik ga eens op onderzoek uit of andere bloggers iets ondernemen. En op de koffie kom je dus voorlopig niet, begrijp ik. Jullie zijn alsnog niet van plan de overtocht naar Nederland te maken. Maar als het zover is dan staat de koffie bruin. En verder kan ik gewoon eens nadenken over de dingen. Wie weet wat er nog uit mijn verhalen gaat rollen? In ieder geval, wel bedankt voor je leuke inbreng Wilma. En groetjes uit Amstelveen van Maaike

  5. Anoniem

    Zeker een computerdeskundige erbij gehaald?

    1. Mee op de wind

      Ja ik denk het wel Anoniem. Eén die van wanten weet en die mij, een leek op dit gebied, helpt. Fijn toch! Met dank, Maaike

  6. henny boom

    Mooi verhaal Maaike, voor mij een heel bekende omgeving; het huis links op de foto werd nog door mijn zus Wil bewoond
    Ik ging ook naar diekerk en had ook klossen aan mijn fiets, heb daar pas nog een verhaaltje over verteld aan de kinderenvan onze kerk. Het oppassen op nichtjes en neefjes is mij ook vaak overkomen, ook altijd wel leuk: compliment

    1. Mee op de wind

      Precies Henny, voor jou heel bekend en ik weet het nog heel goed dat jou zus Wil er woonde met een groot gezin. Wel lang geleden allemaal hè. En van oppassen zul jij ook wel alles afweten. Wat leuk toch al die bekende dingen voor ons, ouderen. En nu zijn we oma’s. Soms kun je het bijna niet bevatten want wat is het snel gegaan. En heel leuk dat je allemaal memoreert Hennie. Dankje voor je reactie. Groet, Maaike

  7. Carol

    Tja, Maaike,
    Wat moet ik nu weer voor commentaar geven?
    Het wijsvingertje opsteken?
    Ondeugend kind. Hoe vaak heeft je moeder al niet gezegd, dat je voor de spoorbomen moet wachten, als die naar beneden gaan!!?
    Maar nee hoor, kindlief is eigenwijs en wil er toch onderdoor.
    Nou, je ziet het, je ging er onderdoor en wat was het resultaat?
    Een hersenschudding! Maar dat was niet het ergste, nee, Nico en Corrie konden niet naar de kerk.
    Eigenlijk moet je nu alsnog 100 strafregels schrijven, met kroontjespen: Ik mag niet onder de spoorbomen door.
    Zo, dat was dat.
    Geintje van mij natuurlijk, maar het was een mooi verhaal.
    Groetjes,
    Carol

    1. Mee op de wind

      Een geinige reactie Carol? Maar er is wat voor te zeggen wat je schrijft: erg gevaarlijk dat is zeker. Gelukkig hoefde ik geen strafregels te schrijven mijn moeder was veel te blij dat ik er zo vanaf gekomen was. En mijn moeder was wel wat gewend trouwens van al die broers die er ook wat van konden. Over daken lopen, in lichtmasten klimmen enz. Waren de kinderen op het platteland ondeugender dan in de stad, soms denk ik dat wel eens. Maar daar zullen ze wel andere dingen gedaan hebben die niet in de haak waren, denk ik zo? Maar dankjewel voor je wijze woorden, lieve zwager! Groet van je schoonzus Maaike

    1. Mee op de wind

      Dag lieve nicht Adriana, Ja ik begrijp dat het veel herinneringen bij je oproept: de kerk, de Voordijk, de overweg enz. Ik ging in het verhaal naar jullie toe om op te passen. Ik ben benieuwd of je dat nog weet. Ik denk het niet. Maar anders vast wel al die andere keren toen je ouder was en ik kwam oppassen. Ik vond het altijd weer leuk. Ik heb heel weinig foto’s uit mijn kinderjaren. Die ik heb zijn gemaakt op school door een fotograaf. Deze is volgens mij bij de school genomen, maar door wie weet ik niet. leuk datje reageert en wat je schrijft Adriana. Een lieve groet, tante Maaike

Laat een reactie achter