Beter doen

Ouders van nu voeden hun kinderen anders op dan wij het deden. Onze kleinkinderen zijn anders groot gebracht dan onze kinderen. Boeiend om naar te kijken.  Mijn moeder zei vaak,  als er weer een stel trouwde in haar omgeving:  “zo daar gaat weer een beter doener”. Ik zag dan een milde, licht ironische glimlach om haar mond.  Ik begreep dat zij dan dacht dan aan het opvoeden van kinderen. Ik heb nog vaak aan die opmerking gedacht.

Ook toen ik zelf kinderen kreeg en ik  probeerde ze wat dingen mee te geven. Als die dan anders waren dan mijn moeder mij leerde,  kon die zin boven water komen.  Ik zag hoe de geschiedenis zich ook bij mij herhaalde, en dat mijn moeder  wist hoe de vork in de steel zat.  Dat iedere generatie het beter wil doen is een mooi streven.  En dat blijft een mooi streven, maar alle inzet ten spijt loopt het meestal uit op een een vergissing.  Want, op de keper beschouwd loopt iedere ouder, trouwens zij niet alleen,  maar ieder die het beter wil doen, tegen hetzelfde aan. Want wat blijkt? Het is meestal niet beter, wellicht anders.  Ook de kinderen van nu, zullen later trachten het beter te doen, omdat zij verwachten dat het beter kan.  Ook zij zullen zoeken naar het beste voor hun kinderen.  Ik vraag mij af waar het door komt, en waar het vandaan komt, dat verlangen in ons naar het betere, het beste.  Is het heimwee, het  diepe verlangen in ons naar het betere,  misschien een verlangen naar het verloren paradijs?  Ik heb lang gepiekerd over wat ik allemaal anders had moeten doen. Beter! Het woog heel zwaar  want ik moest het goed hebben gedaan.  Ik maakte mezelf daardoor  heel belangrijk,  het hing allemaal van mij af en  dat maakte het zwaarder dan nodig is.

Sinds ik het accepteer,  weet en begrijp dat ik het gedaan heb  zoals ik het op dat moment kon, met de mogelijkheden en de inzichten die ik toen had, verdween die kramp.  En dat luchtte enorm op!  Ik sta daardoor speelser en meer ontspannen in het leven.  De kramp dat ik alles perfect moet  doen en dat het van mij afhangt is voorbij.

Daarmee is niet het verlangen naar het verloren paradijs verdwenen.  Dat verlangen blijft en koester ik.

Laat een reactie achter