Er zit niet anders op. Eén dezer dagen moet ik naar de dokter. Hoe vervelend het ook is. Ik moet toch een keer van die vervelende hoest af. Laat ik het maar niet langer uitstellen. Laat ik vanmiddag maar meteen de koe bij de horens vatten. Meteen ontrolt zich voor mijn geestesogen het beeld van een volle wachtkamer. En aansluitend: uren wachten. Hij is een beetje vreemd dokter Dros. Als hij vindt dat je bezoek niet nodig is sta je in een paar minuten op straat. Maar aan de andere kant neemt hij ook alle tijd voor je, en krijg je zijn volle aandacht. En dat vertaalt zich dus in een vaak overvolle wachtkamer en lange wachttijden.
“Zo,” zegt mijn moeder als ik mijn jas aantrek, “ik had niet meer verwacht dat je nog zou gaan!” “Ik ben toch wijzer dan u denkt, dat ziet u maar weer!” Ik groet, trek de deur achter mij dicht en stap op mijn fiets. Het is koud buiten. Ik zet de kraag van mijn jas op, en trek mijn sjaal goed vast. Mijn handen zijn nu al koud, en wanten helpen dan niet meer. Gelukkig is het maar een klein eindje.
In de wachtkamer
Als ik de wachtkamer binnenstap zie ik het al: Hartstikke vol! Het is woensdagmiddag. Een uitgelezen middag voor ouders met kinderen. Die zijn er dan ook in alle leeftijden. Dom dat ik daar niet aan heb gedacht. Want het is vanmiddag natuurlijk extra druk. Er is met passen en meten nog een plaatsje voor mij op het uiteinde van de bank. Als iedereen wat opschuift kan ik er nog net bij. Ik weet inmiddels ook al achter wie ik aan de beurt ben. Ik kan mij nu geheel gaan wijden aan het wachten! Ik kijk om mij heen. Wat schelen die mensen allemaal? En als op bevel hoor ik ineens van alle kanten gehoest en worden kelen geschraapt. Ik wil bijna roepen: ja, ja ik weet het, ik zit in de wachtkamer van de dokter en wij zijn allemaal verkouden. En gedeelde smart is halve smart! Maar iedereen kijkt nietszeggend voor zich uit. Na de hoestbuien wordt het weer rustiger.
Wat een harde banken zijn dit toch. De dokter schiet geen draad op. Ik zit hier al een hele tijd en er zijn, zeggen en schrijven, twee mensen naar binnen gegaan. Hoe lang gaat dit duren? “Nou als ik dat geweten had,” zegt een oude man naast mij, “dan zou ik een andere dag hebben uitgezocht”. “Het is hier iedere dag druk”, zegt een jonge vrouw. “Ik heb hier al heel wat uurtjes met wachten doorgebracht.” Wat kun je er aan doen denk ik bij mijzelf. Niets. Het enige is, je ziel in lijdzaamheid bezitten. Het praten maakt de wachttijd niet korter, maar in ieder geval wel gezelliger. Er komt wat meer leven in de brouwerij. De kinderen worden het inmiddels ook spuugzat. Ze gaan dreinen en zeuren. Gelukkig, daar gaat het belletje weer. Een man van rond de vijftig staat op een loopt kwiek naar de spreekkamer. In ieder geval weer een stapje verder.
Jij mag naar huis
De man loopt twee minuten later al weer door de gang naar buiten. De bel zal zo wel wéér gaan. Maar nee, de deur gaat open en daar staat de dokter. Breed en groot! In de deuropening. Een man met gezag. Een autoriteit! Het wordt stil in de wachtkamer. Zelfs de kinderen houden zich gedeisd. Iedereen is in afwachting. Wat gaat er komen? De dokter kijkt speurend rond in de wachtkamer. Zijn blik blijft rusten bij een dame van rond de veertig. Zijn arm gaat omhoog. Zijn vinger wijst naar de betreffende dame en hij zegt: “jij mag naar huis! En, “gaat hij verder, al wijzend: “ jij ook, en jij!”. Hij is nog lang niet klaar met de selectie en vervolgt: “Jij was hier gisteren ook al! En jij de vorige week. Jullie mogen allemaal naar huis!” De mensen die zich weten aangesproken staan bedremmeld op en sluipen weg, zonder te groeten of te kijken. Ik weet niet waar ik het zoeken moet! “En ga jij maar met mij mee naar binnen, “zegt hij vriendelijk tegen een meisje”. De dokter loopt weg alsof er niets is gebeurd. Ik hoor de buitendeur in het slot vallen. De mensen zijn nu buiten. Zijn ze boos? Beschaamd? Beledigd? Ik weet het niet.
De dokter
De wachtkamer is aardig uitgedund. Ik ben ineens een stuk opgeschoven. Dat is een prettige bijkomstigheid. Het wordt gelukkig ook weer wat levendiger. Er wordt weer gepraat en de kinderen zijn gelukkig ook weer van de partij!
Ik ben nu toch ineens aan de beurt. “Zo” zegt de dokter, “vertel eens, wat is er aan de hand?” Hij neemt alle tijd voor mijn verhaal over hoest en keelpijn en slecht slapen. “En wat dacht je,” zegt hij, “daar moet de “pillendraaier” maar eens naar kijken?” Hij kijkt mij lachend aan! Als hij heeft geluisterd en mij beklopt, zegt hij: “Het is goed dat je gekomen bent. Je hebt een fikse bronchitis. Ik ga een goed drankje voor je uitschrijven. En dan zul je ook wel weer beter gaan slapen. Gaat het goed met je moeder?” Ik knik. “Ja hoor, het gaat prima met haar,” zeg ik.
Even later sta ik buiten. De weggestuurde mensen zijn natuurlijk ook al lang thuis. Ik herinner mij opeens weer dat de dokter, de vorige keer toen ik wegging, vroeg of er veel mensen in de wachtkamer zaten. En dat hij toen zei: “daar ga ik eens even iets aan doen!” Toen heeft hij natuurlijk ook mensen naar huis gestuurd.
Thuis vertel ik het verhaal aan moeder. “Ja het is een rare pias,” zegt ze.“ “Wie weet stuurt hij mij de volgende keer ook naar huis”, zeg ik. “Nou dat zal wel niet hoor. Hij kent zijn pappenheimers wel,” zegt mijn moeder.
Had maar een afspraak gemaakt.
Hoefde je niet zo lang te wachten.
Precies Carol! Als dat zou kunnen? Maar ik hoefde niet naar huis en dat was ook niet niks.
Met dank beantwoord.Groetjes Maaike
Tsja, herkenbaar weer. Dokters waren autoriteiten. En ze maakten in elk geval een besluit t.a.v. behandeling, doorverwijzen, medicijnen, enz. Mijn dokter van toen was ook zo’n man. Als hij ons bezocht zette mijn moeder de asbak klaar. Bij vertrek lagen er dan 2 soms 3 peuken in … De dokters van nu worden geconfronteerd met patienten die hun (vermeende) kwaal hebben gegoogeld. Ze komen dan langs omdat dit voor een recept moet. Lastig voor de dokter lijkt me. Regelmatig hoor je nu verhalen van mensen waaruit blijkt dat de dokter aan de patient vraagt wat hij/zij wilt dat hij doet. De omgekeerde wereld! Leuk en beeldend beschreven weer!
Ja Dirk, een volslagen andere wereld waar in we nu leven! En het gaat zo geleidelijk dat je er vaak amper erg in hebt. Soms ineens valt het mij op en dan zit er weer een verhaal in. Inderdaad, dokters gaan er van uit dat je het
al gegoogeld hebt. Meedenken kan geen kwaad maar de omgekeerde wereld is toch ook weer niet de bedoeling. Vroeger werd er voor je gedacht. En mocht je denklui zijn was dat geen punt, want de dokter dacht wel voor je! Plus ook nog andere autoriteiten! Dank voor je reactie en je beschrijving over hoe het toen ging! Groet van Maaike
Dank voor je reactie en je beschrijving van vroeger!
Heb ook zoiets meegemaakt ,jaren geleden in een klein dorpje in Zeeland
Er werd erg luidruchtig gebabbeld en gelachen in de wachtkamer, opeens kwam de dokter en zij dat we allemaal op konden stappen want hij was er voor zieke mensen.
Hij vond ons niet ziek genoeg, ik spreek over 35 jaar geleden ,ik geloof niet dat dit heden ten dage gepikt zal worden.
Ik moet erg lachen om de uitspraak ,,je ziel in lijdzaamheid bezitten,, licht dat even toe
dit is echt een uitspraak die mij onbekend is (werd deze in de bijbel gebruikt?)
Ik dacht dat het vrij uniek was Hijltje. Maar jij komt met een nog sterker verhaal! Geen dokter van tegenwoordig zou het in zijn hoofd halen. Toch was (onze) dokter een man die dag en nacht voor zijn patiënten klaar stond en bovendien heel kundig was. Maar het moest wel nodig zijn!
De betekenis van je ziel in lijdzaamheid bezitten is : zich neerleggen bij het onvermijdelijke! Het heeft inderdaad een Bijbelse achtergrond. Jezus wijst in Matthëus 21 vers 19 zijn dicipelen erop, dat het volgen van Hem, voor hen consequenties kan hebben.
We gebruiken heel vaak, zonder dat we er bij stil staan, Bijbelse uitdrukkingen Bijvoorbeeld: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet! En nog veel anderen. Bedankt voor je reactie Hijltje. Tot ziens en groetjes, Maaike
Zo’n verhaal heb ik eens gehoord van mijn schoonmoeder. Volle wachtkamer. Opeens kwam de dokter en zei: ALs er nog meer met rugklachten zijn, ga naar huis en kleed je warm of beter aan. En inderdaad gingen er weg.
Toen ik eens bij de dokter kwam voor de tweede keer in een week, er was iets gebeurd of zo met een van de kinderen, zei hij: Ben je er hier alweer? Ik keek hem aan en zei: ik kom niet voor een loopneus . Heb nooit last meer gehad.
Hier houd onze dokter er niet vn als je op Google kijkt/zoekt. Had het erover en ze zei dat het soms even duurd voor iemand er van overtuigd is dat zonder onderzoek je op het verkeerde been gezet kan worden.
Groet,
Wilma
Dag Wilma, Ja zo zijn er nog al wat verhalen, begrijp ik. Op Google kijken kan best veel verwarring geven. Want denken en gissen kan missen, zegt een oud spreekwoord.En soms is het fataal voor eigen doktertje spelen. Maar jij loste het goed op bij je dokter.Dat is toch een heel mondig antwoord en soms is dat gewoon nodig! Is het koud bij jullie? Dit is het weer voor vandaag Wilma. Hartelijk dank voor je verre bijdrage. En groetjes van Maaike
Maaike bedankt voor het toelichten van de zin ,,je ziel in lijdzaamheid bezitten,,
knap dat je nog weet waar deze zin in de bijbel te vinden is.
De dokter waar ik het over had die is ook niet zo lang gebleven in het dorp.
De dokter en de dominee hadden in de tijd daar keek je tegen op, gelukkig is daar wel het een en ander in veranderd.
Ik heb het even voor je opgezocht Hijltje! Op internet is alles te vinden, ook zulk soort dingen. Niet meer weg te denken dat internet! Waar het ligt het midden van alle dingen? Dat hulpverleners bijvoorbeeld hun werk bijna niet meer kunnen doen is weer heel respectloos! Het midden van de dingen is moeilijk te vinden. Bij ons was die arts wel heel geliefd! Dit is weer eens op een andere manier contact hebben! Dank voor je bericht.Groetjes, Maaike