Wat hoor ik toch voor kabaal buiten. Wat is er allemaal aan de hand? Als ik voor het raam sta, zie ik wat er gebeurt. Er rolt, in vliegende vaart, een emmer over het erf. De wind drijft hem voort alsof het een papiertje is. Het stormt heel heftig. En ik moet er straks door. Op mijn fiets. Dat zal nog een hele trap worden. Maar het zal toch moeten. Want beloofd is beloofd.
Een half uurtje later is het zover. Ik bind mijn tas op de bagagedrager. Trek de 2 elastische riemen er strak overheen. En voel nog eens extra of alles goed vast zit. Terwijl ik oplet dat de fiets niet uit mijn handen waait. Want de wind trekt aan mijn fiets, als een leeuw aan zijn prooi. Maar goed, ik zit op de fiets. Daar ga ik dan toch. Het is zaterdagmiddag vier uur. Ik ga naar mijn oudste zus Corrie. Vorige week heb ik beloofd dat ik vandaag zou oppassen. Corrie heeft inmiddels vijf kinderen. Haar oudste kinderen zijn: een meisje van tien. En een jongen van negen. Ik vind het leuk dat ik zo weinig met hen scheel. Nog leuker, dat ik eigenlijk hun tante ben. Vooral voor de jongere kinderen voelt dat zo. Ik ga vaak naar hen toe en blijf dan dikwijls slapen En intussen pas ik dan ook wel eens op. Ik ben nu tenslotte al 14 jaar. Het is helemaal geen straf voor mij om op te passen. Maar altijd heel gezellig! Ik vermaak mij prima met mijn nichtjes en neefje. Vanavond zal ik dus ook weer oppassen Corrie en Theo gaan bij buren op bezoek. Die wonen een paar huizen verder. Als er iets aan de hand is kan ik er naar toelopen. Dat voelt wel veilig. Maar ik moet er nu eerst zien te komen. En dat valt om den drommel niet mee. Af en toe moet ik, met al mijn kracht, op mijn trappers gaan staan anders kom ik niet vooruit. En het is zaak om goed aan de kant te blijven. Want de wind wil mij met alle kracht naar opzij duwen. Af en toe striemt de regen hard in mijn gezicht. De fietstocht duurt, vanmiddag met deze wind, wel een half uur. Maar uiteindelijk, kom ik al ploeterend, toch aan bij hun huis. Na het avondeten gaan de kleinsten naar bed. Als zij slapen inspecteert Corrie of alles in orde is om weg te gaan. “Kom eens even,” roept zij naar mij. Ze wijst naar de keukentafel. “Dat is voor jullie. Eet er maar lekker van ”, zegt zij. Er staat een heerlijke, zelfgebakken cake, op ons te wachten. De plakjes zijn al voorgesneden. “Wat waait het toch vreselijk”, zegt Corrie. “Maar goed dat je vannacht blijft slapen. Dan hoef je er vanavond gelukkig niet meer door. Dat zou ook echt niet kunnen.”
De wind wakkert die avond aan tot stormkracht. En ik vraag mij af , of het ooit eerder zo hard waaide. De luiken zijn dicht, dat wel. Maar er komen ondanks dat, allerlei geluiden van buiten. De wind kreunt en giert luguber langs het vrijstaande huisje. Overal vandaan hoor ik geklepper van losstaande dingen.
Het is noodweer aan het worden. Toch komt er, ondanks dit weer , een jongen aan de deur. Het is een jonge jongen, die vaak bij Corrie en Theo langskomt. Maar wijselijk, gaat hij weer snel naar huis. Hij woont in de Zuidpolder, achter de dijk.Vlak bij de rivier, de Oude Maas.
Corrie en Theo komen rond half tien al thuis. “We zijn, met dit weer, extra vroeg naar huis gekomen” zegt Corrie. “Ja, want ik vond het wel een beetje eng worden, zeg ik. Ik ben heel blij dat zij thuis zijn. Op de radio, wordt na het weerbericht van 18.00 uur, een telegram voorgelezen. Het is afkomstig van de stormwaarschuwingsdienst. Er wordt een zeer zware Noordwesterstorm, en heel hoog water, verwacht. Met die waarschuwing wordt weinig gedaan. Daarna blijft het rustig op de radio. Er wordt ’s nachts nog niet uitgezonden. Ach het zal wel meevallen denken veel mensen. De meeste Nederlanders gaan dan ook rustig slapen.
Als ik op bed lig hoor ik de wind huilen. Ik lig onder het schuine pannendak.
De wind lijkt als een razende rond het huis te rennen. Mijn nichtje, dat naast mij ligt, slaapt rustig. Alsof er niets aan de hand is! Sliep ik ook maar alvast. Het is eng die storm! Ik voel even aan het dakraam. Ja, het is echt dicht. Na een poosje val ik toch in slaap.
Die nacht gaat het vreselijk stormen. De wind bereikt een kracht rond 135 km. per uur. Dat is windkracht 11 tot 12.
wordt vervolgd