De schepping stralend en schoon!

“Neem je niet teveel mee? Je weet het hè, ik heb genoeg aan een rugzakje”“Ja Gijs, ik weet het, en verder komt deze opmerking mij zeer bekend voor, schat. Dit zeg je namelijk altijd als wij op vakantie gaan.”
Koffers pakken? Het moest niet horen bij vakantie. Het weerbericht is goed, maar je kunt er niet op vertrouwen. Laat ik er toch maar wat warms bij leggen voor koude dagen. Zul je Gijs horen: “Moet dat nu echt allemaal mee? Die koffer is loodzwaar!” Wanhopig laat ik alles nog een keer door mijn handen gaan. Dit bij dit en dat bij dat. Vestjes voor koude dagen. En laagjes, dat is het handigst volgens dochterlief. Mijn eigenwaarde? Ach, die krijgt toch weer zo’n knauw bij deze inpakkerij. Koffers pakken moest je uit kunnen besteden en Gijs zegt: ”Ik wil het wel voor je doen hoor, dan worden het gewoon twee rugzakjes!” We moeten veel meer op vakantie gaan, dan zou ik bedreven zijn in het koffers pakken, mompel ik voor mij uit. Ja natuurlijk, dat is het. We gaan veel te weinig op vakantie! Meteen zie ik het gezicht van Gijs voor mij. Hoewel, het moet gezegd: Gijs doet dit keer manhaftig zijn best, het lijkt zowaar alsof hij plezier heeft in de voorbereidingen. Ik weet wel beter, maar toch ik waardeer in hoge mate zijn inzet. Echter, ik weet ook dat hij, als hij eenmaal weg is, echt geniet. En dat weet hij zelf ook.

We staan de volgende ochtend al vroeg bij de vertrekplaats van onze bus. De reis gaat naar Italië. En het is mij gelukt alles in één koffer te krijgen. Die koffer puilt aan alle kanten uit, dat wel. En hij is lóei en lóeizwaar. Ondanks dat geef ik mezelf een vriendelijk schouderklopje. Eén koffer, dat is echt een unicum!
Het wordt een verzorgde busreis. We laten ons in deze vakantie heerlijk rondrijden. Geen geklets van de tom-tom aan ons hoofd. Mijn ogen mogen gewoon dichtvallen als ik slaap heb. Ik kan naar buiten kijken en naar de vogels koekeloeren. Mijn trouwe levensgezel zit naast mij, wat wil ik nog meer? De chauffeur (tevens reisleider) regelt verder de pauzes en alles wat er te regelen valt. De minpunten komen we vanzelf wel tegen, die horen er gewoon bij. Het is niet de eerste keer dat wij een verzorgde reis maken. We gaan het na jaren toch weer een keer ondernemen.

Bij het eentonige, monotone geronk van de motor leg ik mijn hoofd ter ruste en langzaam vallen mijn ogen toe. Half sluimerend, half wakker soes ik verder en verder weg. Vergeten dromen trekken langs. Tot de bus stopt. Het is een sanitaire stop, dus kort. De mensen voor mij schuifelen de bus uit, wij volgen. Het hoort er allemaal bij, dat wisten we van te voren. En even later gaan we al weer!  Ik zet mijn rugleuning voorzichtig een klein stukje, slechts enkele centimeters,  naar achteren om wat relaxter te zitten,  tenminste dat is mijn plan. Achter mij hoor ik een morrend, verontwaardigd gesputter. Ik kijk achterom en zie een geagiteerde mevrouw. Ze kijkt mij verwijtend, bijna boos aan. “Maar dat zou toch moeten kunnen,” zeg ik enigszins verbouwereerd. “Alleen als iedereen het doet,” zegt de mevrouw gedecideerd. Ik zet de rugleuning braaf terug, hoewel hij bij  veel  mensen al op die stand staat. Ik ben niet van plan, mocht zij dit bedoelen, om aan de overige  medereizigers te vragen of zij allemaal hun rugleuning naar achteren willen zetten omdat ik het wil. Mijn moeder leerde mij: “houdt vrede zoveel als in u is”.  Maar  wie niet sterk is moet slim zijn,  want er zijn  vele wegen die  naar Rome  leiden.  Na een poosje staat mijn stoel toch in de gewenste stand, nu via de weg van de geleidelijkheid! En let wel: zonder één boos woord.

Twee volle dagen zitten we in de bus. Alles herhaalt zich zoals de vorige keren. We overnachten in Duitsland. De volgende dag zijn we laat in de avond eindelijk op onze bestemming. We gaan heel snel aan tafel voor het diner. Ik kijk rond. Je kunt nu al een beetje zien hoe de mensen zijn. We zitten in groepjes van acht mensen aan een ronde tafel. De praters laten zich meteen al horen. De zwijgers en luisteraars kijken eerst de kat eens uit de boom. Na het diner heeft iedereen het gehad en zoekt de eigen kamer op.
Eenmaal daar zeg ik: “Wat een bijzonder verhaal was het wat de chauffeur onderweg vertelde”. “Je weet wel, van dat balletje dat aan de kerktoren hing. Wist jij dat?” Gijs schudt zijn hoofd. “Nee, nooit eerder gehoord,” zegt hij.  De chauffeur  wees naar de kerk die wij passeerden en vertelde dat aan die toren een balletje hangt met binnenin de bouwtekening van de kerk.  Als kerk en toren verwoest worden -instorten door brand bijvoorbeeld- zal het ronde balletje met de tekening wegrollen en gevonden worden. Zo blijft de bouwtekening altijd bewaard en kan de kerk worden opgebouwd. Slim, vind ik!

Als we tijdens de excursies stoppen, drink ik eindelijk weer eens de Italiaanse cappuccino die ik zo lekker vind. Zelfs Gijs gaat overstag en drinkt zowaar een kopje mee. Hij vindt het nog lekker ook. We bezoeken Pisa. De toren staat nog even scheef als de vorige keer toen wij er waren. Daarna gaan we naar Florence, wat een prachtige stad is dat toch! De vorige keer zagen wij de stad bij nacht. Toen met schijnwerpers verlicht, wat mij nog altijd bijstaat. Wat een magnifieke gebouwen en wat een geschiedenis heeft zo’n stad. Een gids leidt ons rond en vertelt er boeiend over. Erg gemakkelijk plaveisel heeft de stad niet. En met hakken is het echt strompelen. Maar door ervaring wijs geworden, loop ik bij zulke evenementen op stappers rond.

De tijd vliegt om. Na een dag of vijf zes gaan wij al weer naar huis verlangen. In veel dingen zijn we heel verschillend, maar hierin sporen we synchroon. En dat is gemakkelijk want lange vakanties zijn aan ons beiden niet besteed. De laatste dag ontbijten we al vroeg. Direct daarna vertrekt de bus. Het is hier nog mooi weer. In Nederland schijnt het koud te zijn. Ik kijk weer door het raampje naar buiten zoals op de heenweg. Het wordt weer een lange reis en een lange zit. Maar nu kan ik nog genieten van de bergen. Mijn ogen kijken er onafgebroken naar. Ik zie de prachtig begroeide berghellingen die getooid zijn in de mooiste herfstkleuren: diep rood en zacht geel overgaand in wegstervend groen. Ik droom weg en zit in de kerk. Ik hoor de dominee, hij leest met plechtige stem voor wat wij gaan zingen: ‘k Sla ‘d ogen’ naar gebergte heen. Vanwaar ik dag en nacht, des Hoogsten bijstand wacht. Mijn hulp is van de Heer alleen. Die hemel, zee en aarde, eerst schiep, en sinds bewaarde. Het orgel speelt het voorspel met hoge lieflijke tonen, mijn moeder gaat zingen en ik zing mee. Ik ken deze psalm en dat is feest. Ik zing uit volle borst. Gebergte? Hoe zien bergen er uit, vraag ik mij af. Ik heb ze nooit gezien, kan er mij geen voorstelling van maken. Maar het voelt machtig en heel groot, zoals God. En nu zie ik ze, de bergen. En ik kijk naar de wolken die lijken op te gaan in –en één te worden met- de bergen. Op de toppen ligt een laagje sneeuw, spierwit. Hoe mooi.  Hoe overweldigend mooi en groots!  De  schepping  stralend  en  schoon!

De terugreis verloopt geheel volgens plan. Wederom met sanitaire stops, en cappuccino. De busreis is lang maar vooral heel mooi. Als we moe en voldaan thuis zijn pak ik de koffers uit. En moet constateren: je hebt weer veel te veel meegenomen, Maaike!

Dit bericht heeft 4 reacties

  1. Marianne

    Mooi geschreven mieke

    1. Mee op de wind

      Ha Marianne, wat leuk dat je reageert en mijn blog leest! En fijn dat je mijn schrijfsel positief waardeert, dat doet mij altijd weer goed.
      Groet van mij.

  2. wilma

    Ik verbaas me er altijd over hoeveel koffers mensen meenemen,haha. Moet niet aan een bus reis denken. Kan er niet tegen. Maar wel leuk zo even naar Italie. Ben er nog nooit geweest, nu wel….dank zij jullie.
    Mooi he die psalm. Is wel mijn mooiste psalm. ZO vast als die rotsen zo vast staat |Zijn almacht, toch?
    Groet, Wilma

    1. Mee op de wind

      Dat begrijp ik Wilma zo,n reis in een bus.Maar het is als je ouder bent wel ontspannen. En dat koffers inpakken en kleren meenemen wat een gedoe allemaal.
      Voorlopig heb ik het wel weer gehad. Zomaar even een paar dagen is eigenlijk wel zo leuk!
      Ja ik vind het ook een prachtige psalm. De bijbeltaal is prachtig en heel beeldend! Als kind leerde wij deze psalm al vroeg op de zondagsschool. En jij weer alle dank voor deze reactie Wilma. Met een groet van Maaike

Laat een reactie achter