Het vorige verhaal is nog niet helemaal af. Daarom ga ik vandaag verder.
De binnentuin
Het gebouwtje waar we bijeen komen voor onze stiltemeditatie staat in een mooie binnentuin midden in de stad. Als ik daar in alle vroegte aankom is mijn eerste werk wat groen en bloemen plukken voor de bloemenschaal. En dat simpele gebeuren is al een feest op zich. Het is toch wonderlijk dat je in een drukke, volle stad door een tuin kunt dwalen. En dat er dan straks ook nog mensen uit deze stad hier naar toe komen voor stiltemeditatie! Mensen waarvan sommigen niet eens weten waar ze vannacht zullen slapen. Maar toch de wil en de moed bijeen rapen om hier stilte te beoefenen. Dat vind ik toch een wonderlijk fenomeen. En dat de diaconie van de Protestantse Kerk Amsterdam dit hele gebeuren bekostigt vind ik een prachtig gegeven. Het is kerk zijn in de wereld van nu. Met de problematiek van een grote stad. Daarnaast wordt er nog veel meer georganiseerd voor dak-en thuislozen. Omdat ik er nu van dichtbij bij betrokken ben valt het mij veel meer op wat er allemaal gedaan wordt. Vind ik het minder vanzelfsprekend!
Hoe het verder ging
Ik vind het iedere week weer een feestje als ik in de tram naar de binnenstad rijd. Het vroege opstaan, het in de kou op de tram wachten, heb ik er graag voor over. Verwend als ik ben, dat ik in mijn autootje kan stappen, is hartje Amsterdam een ander verhaal. Daar is de tram een uitkomst voor. Tot ik in december 2007, direct na de kerstdagen, een hartinfarct krijg. Zie blog: https://meeopdewind.nl/?p=44
Als ik thuis kom uit het ziekenhuis en bekomen ben van de schrik moet ik gaan revalideren. Ik ben vast van plan gewoon weer verder te gaan met stiltemeditatie. Maar het vroege opstaan en het gereis in weer en wind blijkt toch niet haalbaar meer. En zo komt onverwacht aan mijn missie een eind. Jammer, jammer!
Hoe moet het nu verder? Ik kan “mijn” mensen toch zo maar niet laten zitten? Hen iets afnemen waar ze zoveel genoegen en plezier aan ontlenen? En waar sta ik zelf? Want plotseling ben ik een zinvolle tijdsinvulling kwijt. Iets waar ik helemaal voor ga, dat meerwaarde geeft aan mijn leven, sijpelt nu ineens door mijn vingers weg. Niet leuk. Het is helemaal niet leuk!
“Hoe gaat het met iedereen?” vraag ik aan mijn dochter als zij langskomt. “De mensen vragen wel naar je hoor. En ze wensen je beterschap. Ze zijn echt geschrokken”. “Ik denk dat het er niet meer in zit, dat ik nog terug kom” hoor ik mezelf zeggen. Het moet er toch een keer van komen dat ik het zeg, dan nu meteen maar. Hoe spijtig en jammer ik het ook vind. Mijn dochter kijkt mij aan: “Ik ben er ook bang voor” zegt ze. Het is een hele onderneming, iedere dinsdag. “Wat nu?” Ik kijk haar vragend aan. “Misschien kan ik het wel van je overnemen” zegt ze. “Ik kan het helemaal zo blijven doen als jij. Ik weet precies hoe je het doet en hoe het allemaal gaat.” En dat is waar, want zij heeft als pastor ook wel eens meegedaan. Wat nog belangrijker is, zij is als “rechtgeaarde” dochter bekend met stiltemeditatie omdat zij die ook beoefent. Wie kan beter dan zij het “gebeuren” voortzetten. Het zijn haar “eigen mensen” voor wie zij zich altijd geweldig inzet en verantwoordelijk voelt. Zij kent de mensen van haver tot gort.
Dit is een geweldige oplossing! Wat goed dat ik er toch maar over begonnen ben. En moet je zien hoe mooi de problemen wegebben. Ik blijf in de toekomst helemaal op de hoogte hoe het verder blijft gaan. Mooier kan eigenlijk niet. Korte tijd daarna is alles al in kannen en kruiken. Mijn dochter vindt het even fijn als ik. Als ik haar verhalen er over hoor, lijkt het alsof ik er weer bij ben.
Haar inzet en enthousiasme maken het voor mij een stuk gemakkelijker afscheid te nemen.
Wat ik mis
Maar dat neemt niet weg dat ik het bijzondere gezelschap van de “dak- en thuislozen” enorm mis. Ik ben gewend geraakt aan en voel mij thuis bij hun eigenaardigheden. Het was iedere dinsdag een feest als ik hen ontmoette.
En dat is nu afgelopen.
Ik mis de fijne gesprekken over literatuur die ik had met Astrid. Zij was een afgestudeerde arts en had een grote kennis en liefde voor onze taal. Zij gaf hele verhandelingen over onze grote dichters. Ze voelde zich niet thuis in onze afgepaste wereld. En moest er niet aan denken in een “keurig huis” te wonen. Dat kon zij niet!
Ik mis de vreemde verhalen van Harrie , een jurist. Hij was bevoorrecht, want hij had een huis. Hij hield zijn hoofd boven water door kamers te verhuren aan lotgenoten. Na de meditatie sprak hij iedere keer weer zijn angst uit dat hij het niet goed deed. Hij bleef er over piekeren en zich zorgen maken. Ook al wist hij dat het altijd oké was, dat het altijd goed was zoals het ging en zoals hij het deed. Ik mis Aldert die tijdens het mediteren steevast in slaap viel. Hij woonde, zomer en winter, in een koude, gammele caravan. De warmte van de zaal, de rust van de verstilling, ontspande hem. Dat mondde uit in een slaapje dat vergezeld werd met een luid gesnurk.
Ik zie ons weer zitten in de kring. Het ouderwetse vloerkleedje. De schaal met bloemen.Het houten kruisje, de bankjes, de stoelen alles is aanwezig. Iedereen had, het ontstond spontaan, een eigen vast plaatsje gevonden. Dikke Ada zat altijd naast mij. Het fietstochtje naar hier, viel haar ontzettend zwaar. Ze kwam hijgend en puffend, bijna strompelend binnen en plofte neer op haar stoel. Maar als zij koffie had gedronken, en bekomen was van de fietsrit, deed zij met veel animo en interesse mee. Nu ik erover schrijf komen de herinneringen weer terug. Natuurlijk, ik had het graag wat langer gedaan. Het stille samenzijn met dak- en thuislozen heeft mijn leven verrijkt. Mijn horizon verbreed.
Mijn dochter heeft ruim zeven jaar met veel inzet en plezier gewerkt bij het Straatpastoraat. Daarna heeft zij gekozen voor meer individueel werken. Maar het Straatpastoraat in Amsterdam is nog altijd vol bedrijvigheid. http://www.protestantsamsterdam.nl/diaconie/diaconale-projecten/83-straatpastoraat.html
Het is net als met mooie kleding. Daar doe je liever ook geen afstand van. Maar als je er iemand anders mee blij kunt maken en weet dat de kleding weer gedragen gaat worden, is het opeens helemaal geen punt meer.
Liefs, Teunie
Precies, lieve nicht Teunie. Dat zijn wijze woorden! En zo ging het ook!
Uiteindelijk werd alles mooi en goed geregeld en, prachtig voortgezet.
Fijn dat je reageert. En hartelijk dank voor je inbreng!
Liefs, van je tante Maaike
Zien we ook dat de Heere weer zorgt, ook voor deze mensen, onze naaste.
Hij gaf voor we mss vroegen hoe het verder moest, maar dat zal je wel aan Hem voorgelegd hebben.
En, je bent ze in jullie gebed vast niet vergeten, want dat is ook erg belangrijk.
Groet, WIlma
Ja Wilma, het is goed om te weten en te zien dat God zorgt. Het was moeilijk om mijn stukje uit handen te geven.
Maar de oplossing lag al klaar en die was beter dan ik had kunnen uitdenken.
Hartelijk dank voor je reactie en je inleving!
Groet, Maaike