De stilte binnengaan

Klokslag zeven uur staat Marrie met haar autootje voor. Geheel volgens afspraak.
“Jij weet toch de weg, hè?“ vraag ik als ik goed en wel in de auto zit. “Ja, op mijn duimpje. En het is echt maar een kippeneindje. Marrie geeft gas en rijdt de straat uit. Ik zie nog net dat Gijs voor het raam staat om ons uit te zwaaien. Ik open vlug het raampje en zwaai breedvoerig met mijn arm. “Ik ben benieuwd wat het vanavond gaat worden,” zegt Marrie. “Anders ik wel!”

We  zijn  drie  maanden  geleden  in  deze  wijk  komen  wonen.  En  twee weken  geleden liep  ik  ineens  Marrie  tegen  het  lijf.  Marrie is een kennisje van mij.  Wij kennen elkaar al een heel poosje.  En  het  was  natuurlijk meteen  even bijkletsen  en samen  koffie drinken.  Al pratend vertelt Marrie dat zij zich heeft opgegeven voor “stiltemeditatie”. Ik spits mijn oren. En ik spits ze niet alleen. Ik heb er ook oren naar! Ik speel al een poosje met de gedachte dat ik meer rust in mijn hoofd wil.  Gedachten volgen elkaar in vliegende vaart op. Verhalen rollen door mijn hoofd.  Ze hoeven niet weg want ze horen bij mij. Echter, ik wil er meer de regie over hebben.  Zodat ik tegen mezelf kan zeggen:  Nu even niet, hoor!  Nu moet je even een stapje terug doen!  Ik neem nu een rustpauze.  Door stiltemeditatie te gaan beoefenen wil ik ervaren wat de stilte met mij doet.  Mij oefenen in stilte en luisteren wat de stilte in mij  spreekt.

We zijn dertig jaar verder in de tijd. De kinderen zijn in Amsterdam blijven hangen.  Judith heeft theologie gestudeerd en is in dienst bij het Straatpastoraat van de  P.K.A ( Protestantse  Kerken Amsterdam)  Ze begeleidt als pastor thuis- en daklozen.  In de voorbije jaren heb ik veel aan stiltemeditatie gedaan.  Ik heb met verschillende groepjes gewerkt.  Stiltemeditatie is inmiddels  meer algemeen geworden!  Op een dag vraagt  mijn dochter of ik wil gaan mediteren met thuis- en daklozen. En zo is het gekomen.

Een verslag
Het is dinsdag, vroeg in de ochtend. Iedere dinsdag neem ik de tram naar Amsterdam. Hartje stad stap ik uit. Nog een klein eindje lopen en dan ben ik op mijn bestemming. Midden in de stad is een mooie ruimte gevonden waar we bij elkaar komen. Ze zullen zo binnen stappen: mannen en vrouwen uit deze grote stad. Mensen die leven zonder dak boven hun hoofd. Soms slapen ze een nacht bij het Leger des Heils.  Soms ook slapen ze in een park, of op straat. Ze komen graag en trouw iedere week hier naar toe.

Iedere dinsdag maak ik al vroeg de zaal klaar voor een gezellige ontvangst:
de kussens, de stoelen, de bankjes, voor elk wat wils, leg ik klaar. Op de grond ligt een gezellig kleedje uit grootmoeders tijd. Op het kleedje, in het midden, staat een schaal met vers geplukte bloemen. Wat waxinelichtjes om de schaal heen die we straks aansteken. Het houten kruisje, dat nog van een tante van Gijs is geweest, ligt er ook. Het had heel veel waarde voor haar. Ik heb het van haar geërfd.

Vorige week hebben we afgesproken dat we echt om 10.15 uur gaan beginnen.
De tijd blijkt iedere week weer van elastiek te zijn! Het is nu tien voor half elf en langzaam druppelen de mensen binnen. Sommigen met een volle rugzak. Sommigen op blote voeten in oude schoenen. Blij dat ze er zijn kijken ze rond of alles klaar staat. Goedkeurend mompelend: “gezellig”. Dan gaan ze voor de koffie.

Na een kwartiertje zitten we dan toch in de kring. We kennen elkaar inmiddels al wat beter. We hebben begrepen en gevoeld dat stil zijn, stil zitten, niet eng is. Dat het niets te maken heeft met zweverigheid, en vooral ook niet zweverig is. Dat stil worden, stil zijn, alles te maken heeft met inkeer.

Iedere ochtend beginnen we met het gedicht van Dag Hammarsjköld:  De langste reis is de reis naar binnen.  Ik zit hier voor U Heer

De reis naar binnen maken we stil zittend, met elkaar, en ieder voor zich. Onze voeten raken de grond en met rechte rug zitten we.  Aandachtig luisterend geven we ons over aan wat zich meldt in de stilte.  Als we stil zitten komen we onszelf tegen in ons verdriet. Zien we onszelf in onze angst, boosheid, jaloezie, haat.  Alles wat we als mens in ons meedragen. Alles wat  ieder voelt mag zich aandienen. En het dient zich aan!  En het mag er zijn! We stoppen het niet langer weg. We moffelen het niet onder het kleed.  We luisteren en wachten op een antwoord dat diep in ons verborgen ligt.  Woordloos geven we ons over aan de stilte. Geven we ons over aan dat wat zich meldt.

Alles wat er nu is, is ons leven.  Ook als we denken dat het vandaag niet lukt om stil te worden. We weten inmiddels dat het niets uitmaakt. Dat ook dit erbij hoort.  Door het stil zitten gaan we opmerken/voelen hoe onrustig we zijn. Hoe gejaagd ons leven is.  We letten op onze ademhaling. En soms, lang niet altijd, wordt het rustiger in ons. Durven we, worden we stiller. Ontstaat er een woordloos gebed in ons.  Ontstaat er een dieper luisteren naar dat wat in ons spreekt.

Na 20 minuten zitten lopen we even. Daarna gaan we weer zitten. En weer oefenen we ons in het stil zijn!  Soms overkomt ons een ongrijpbare, onbegrijpelijke  stilte. We ervaren het als een gift die ons zomaar wordt geschonken!

Na de oefening praten we nog wat en drinken we een kop koffie. Ieder van ons beleefde het vandaag weer op zijn of haar eigen manier. Soms vertellen we dat aan elkaar.  Soms ook vertellen we over wat er nu, vandaag, allemaal gaande is in ons leven. Of we luisteren naar Astrid die een prachtig gedicht heeft gemaakt. En dat Aldert in slaap gevallen is en luid snurkt, deert ons niet. Het stille samenzijn maakt ons mild. Brengt ons dichter bij elkaar!

Daarna  staat  er  een  lunch  voor  ons  klaar.  Een  mooie  afsluiting  van  de ochtend.  Volgende  week  hopen  ze  er weer  te  zijn!  Het  is  een  rustpunt  in  hun  vaak  turbulente,  moeilijke  leven!

 

 

 

Dit bericht heeft 4 reacties

  1. Gerlien

    PRACHTIG! Al lezend, voelde ik de stilte.
    Fijne adventstijd en groetjes Gerlien.

    1. Mee op de wind

      Dan ben je al lezend de stilte ingegaan Gerlien!
      Mooi gegeven voor de adventstijd! Ook jij een mooie adventstijd!
      En hartelijk dank voor je reactie en het delen van je ervaring

    1. Mee op de wind

      Fijn dat je het met plezier gelezen hebt Mies. Ik heb zelf ook genoten van het schrijven over dit.
      Maar hoe je epistel ontvangen wordt is altijd weer afwachten. En een fijne reactie is altijd een”opstekertje”.
      En ook omdat het van een medeschrijver is. dankjewel!

Laat een reactie achter