Na twee jaar zit de huishoudschool erop. Met mijn diploma op zak verlaat ik de school. Ik ben er niet rouwig om dat het voorbij is. Ik kan nu gaan werken. Mijn droom, verder leren, heb ik weggestopt. Zo diep, dat het vergeten lijkt. In de grote familie, en de uitgebreide kennissenkring, is genoeg werk te vinden. Nee, vervelen is er niet bij. Ik ga om te beginnen werken bij kennissen van mijn moeder. En bij mijn zus Corrie. Daar komt weer een baby en mijn hulp is zeer gewenst. Later heeft mijn oma hulp nodig. Kortom, ik fiets van hot naar her. Tussendoor is er thuis ook nog het één en ander te doen.
Vandaag ligt er een grote strijk op mij te wachten. Mijn moeder heeft de strijk al ingevocht en opgerold. Er liggen verschillende rolletjes op een stoel. Maar er hangt ook een gedeelte op knaapjes. Dat is het echte strijkwerk: de slagersjassen. Ze worden na het wassen nog door de stijfsel gehaald. Mijn moeder heeft de revers nog eens extra aangesmeerd met glansstijfsel. Er hangen, vijf lange witte, gesteven jassen op mij te wachten. Drie van mijn broers hebben het slagersvak gekozen. Ze werken alle drie ergens in een slagerij. Als ze in de winkel staan dragen ze witte jassen. Het is een erezaak van mijn moeder dat mijn broers er onberispelijk uitzien. De jassen moeten hagelwit zijn. En gesteven! Voor mij de taak ze keurig te strijken.
Ik begin maar met de slagersjassen. Dan heb ik die gehad. Het is een heel karwei. Het strijkijzer moet de juiste temperatuur hebben. Met een klein spuugje op de onderkant van het strijkijzer meet ik de temperatuur. Is het niet te warm? Of te koud? Ik controleer de onderkant van het strijkijzer. Helemaal schoon! Het is oppassen geblazen want de jassen mogen niet bruin worden! En nu aan de strijk! Na een klein kwartier kan ik een slagersjas ophangen. Zo, die is klaar! Maar er hangen nog vier jassen te wachten. Poeh, poeh wat een klus nog!
Er zijn twee broers thuis gekomen. Zij lopen de kamer binnen. “En?” vraagt mijn moeder. “Ja, de zaak is echt te koop”. “En wij kunnen hem in huurkoop kopen!” zegt Arjan. Hij praat opgewonden aan één stuk door. Mijn moeder ziet toch nog kans een gaatje in de woordenstroom te vinden. En vraagt: “Ziet alles er netjes uit? Moet er veel aan gebeuren? Is het een mooie zaak?” Nu is mijn moeder niet te stoppen. Opwinding alom!
Ik hoor, jassen strijkend, de verhalen aan!
De nu komende tijd wordt er berekend en gerekend. Gedubd en overlegd. Mijn broers vragen zich af: Kunnen we de zaak wel echt kopen? Hebben wij wel genoeg geld? Want al hebben wij gespaard het is bij lange na niet genoeg. Halen wij niet te veel zorg op onze hals? Nu het zo dichtbij komt wordt het heel griezelig. Maar er moet een besluit komen. En nog een keer wordt met de huidige eigenaar alles doorgesproken. De voorwaarden zijn nog steeds aantrekkelijk. En dan valt uiteindelijk de beslissing: wij wagen het er op. Mijn moeder en mijn broers zijn heel blij. Maar ook gespannen en zenuwachtig! Het dorp waar de winkel staat is een aardig eindje hier vandaan. Maar dat is wel oplosbaar.
Dan rijst de vraag: maar wie gaat daar voor alles zorgen? Wie gaat de huishouding doen? Koken? De broers zijn nog niet getrouwd. De oplossing ligt dichtbij. Er is nog een jonger zusje. Zou het niet iets voor haar zijn? En, ze kan ook nog in de winkel staan. Dat zijn dan meteen twee vliegen in één klap! De koop van de slagerij verloopt op rolletjes. Nog even en wij kunnen verhuizen. Onze intrek in de slagerij nemen. Volgens planning zal ik de eerste tijd veel in de winkel staan. Voor dit moment is er voor de huishouding nog hulp aanwezig.
Na de verhuizing ga ik snel beginnen. De eerste les bestaat uit vleeswaren snijden. Mooie plakjes snijden. Niet te dik of te dun. De machine goed instellen. En klanten leren bedienen. Na korte tijd draai ik mee in de winkel. Ik kan, als het moet, alleen in de winkel staan. Vandaag is het maandag. De broers gaan dan altijd vroeg op stap. Koen gaat op maandag naar de veemarkt. Daar kopen ze vee om te slachten. En Johan brengt bestellingen rond. Ik sta vanochtend voor het eerst alleen in de winkel. Als er maar geen klant komt met een moeilijk bestelling. Ik vind het heel griezelig. Maar ook heel gewichtig!
Maandag is ook de slacht-dag. De koe en het varken, die ’s ochtend zijn gekocht, staan voor de slachtplaats opgesteld. Straks worden ze geslacht. Ik hoor het loeien van de koe. Ze loeit, in lange droevige uithalen. Als het zover is vlucht ik naar mijn slaapkamer. Die ligt het verst verwijderd van de slachtplaats. Daar ga ik zitten. Met mijn vingers in mijn oren. En ik wacht tot het voorbij is. Als ik niets meer hoor ga ik weer naar beneden. Ik wil liever niet in de slachtplaats komen. Morgen is het gelukkig dinsdag. Dat is een betere dag.
wordt vervolgd
Echt prachtig al die verhalen!
Ik vind het echt mooi om te lezen.
Het verhaal over Maarten heb ik aan heel veel mensen voorgelezen.
Bij verschillende mensen sprongen de tranen in de ogen.
hartelijke groeten,Kundert
Hartelijk dank voor je reactie Kundert.
Het maakt mij blij als mijn verhalen er toe doen!
Eigenlijk zonder vooropgezet plan, ben ik mijn levensverhaal aan het vertellen.
En daarmede ook de familiegeschiedenis!
Ik ben er zelf verbaasd over. En, er is nog veel te verhalen!
Groetjes