Als ik bijna thuis ben zie ik het al. Ze zijn aan de schoonmaak. De voorjaarsschoonmaak! Bah, wat ongezellig! Het is April, en dan komen bij mijn moeder de schoonmaakkriebels. En niet alleen bij mijn moeder. Het is overal hetzelfde liedje. Ik hoor van alle kanten het kloppen van kleden. Overal staan deuren open. Er wordt druk heen en weer gelopen. De dekens, de bedden, alles wat draagbaar en verplaatsbaar is wordt naar buiten gesjouwd. Met de mattenklopper uitgeklopt. Daarna afgeborsteld.
En het ergste is dat die schoonmaak niet zomaar voorbij is. Eer dat ze in de kelder zijn aangekomen, zijn we toch gauw een paar weken verder.
Ik hoor in de verte getingel. Nee, niet van de ijsboer. Die tingel ken ik wel. Het is een heel andere tingel. O, maar dat is natuurlijk weer de lorrenboer! En dat blijkt waar te zijn, want even later rijdt hij mij voorbij. Hij zit op zijn fiets en duwt zijn kar met lorren vooruit. Zijn kar is open vandaag, want het is prachtig weer. Als het regenweer is, moet hij zijn kar afdekken met een zeil. Best zwaar werk, om met zo’n volle lorrekar te fietsen. Als er veel lorren zijn opgehaald moet hij flink trappen om zijn vracht vooruit te krijgen. En vandaag heeft hij veel opgehaald, dat is duidelijk.
De lorrenboer is gestopt. Hij tingelt en belt luid. En hij roept, boven de bel uit: “lorre! Wie heeft er nog lorre?” De lorrenboer komt in het voorjaar dikwijls langs. Twee weken geleden is hij ook al geweest.
Dat komt door de schoonmaak zegt moeder. Dan ruimen de moeders meer op dan anders. Oude kleren die niet meer versteld kunnen worden. Die tot op de draad versleten zijn, gaan in een jute zak. De lorrenboer hangt de kleren aan een haak en weegt ze af. Iedere cent die hij er voor geeft, is mooi meegenomen!
Aan de overkant, in het huis op de dijk, woont Lydia. Ik vind het een schattig meisje. Ik ga wel eens even naar de overkant. Maar de laatste keer wilde Lydia niets. Als ik met haar wil spelen schudt zij haar hoofdje. Als ze nodig moet plassen, wil ze niet op het potje en plast ze in haar broek. Haar bordje met eten gooit ze op de grond. Lydia’s moeder wordt een beetje ongeduldig. Maar Lydia blijft doorgaan. Het grote schuifraam is omhoog geschoven. Boven het dreinen van Lydia uit, hoor je de tingel en de roep van de lorrenboer: Lorre! Wie heeft er noch lorre. “Als je niet ophoudt, geef ik je aan de lorrenboer mee” roept lydia’s moeder. Ze is nog niet uitgesproken, of een zware mannenstem vraagt: “Heeft u nog lorren mevrouw?” Waar komt die stem vandaan? Opeens zie ik een hoofd door het omhoog geschoven raam naar binnen komen. Ik schrik. Maar lydia? Zij is in alle staten! Ze weet niet waar zij het zoeken moet. Ze rent door de kamer en zoekt een plekje om weg te kruipen. Terwijl ze krijsend roept: “nee, nee, ik wil niet mee! Ik wil niet mee!” Ze kruipt weg achter een grote stoel. Daar zit ze. Ineengedoken. Een klein, angstig hoopje mens.
Haar moeder roept naar de lorrenboer : ”Nee, ik heb vandaag geen lorren!” Maar het kwaad is al geschied. De lorrenboer trekt zijn hoofd weer naar buiten. Loopt naar zijn kar met lorren, en stapt op zijn fiets. Hij trapt zijn kar weer vooruit. En zijn stem schalt weer over de dijk: “lorre. Wie heeft er nog lorre”?
Lydia zit nog steeds achter de stoel. Haar moeder loopt naar de stoel en zegt: “er is niets aan de hand.” Kom! Ik geef je niet mee aan de lorrenboer. Maar lydia is nog helemaal niet overtuigd. Haar moeder pakt haar op. Ze snikt nog zachtjes. “Wil jij wat langer blijven? Lydia’s moeder kijkt mij aan. Ik blijf een hele poos. Ik ga lydia voorlezen. Ze kruipt op mijn schoot. Ik lees en ik lees. Als ik opstap om naar huis te gaan kan ze gelukkig weer een klein beetje lachen!
En nu is het dus weer vrijdag. En komt de lorrenboer weer langs.
Zeker omdat het schoonmaaktijd is? Als ik op het brugje ben hoor ik nog net dat Lydia’s moeder het raam dicht schuift. Dat zal wel voor de lorrenboer zijn, denk ik.
Arme Lydia… Heb je nog wel eens wat van haar gehoord? Mooi geschreven weer Maaike!
Het gaat goed met Lydia hoor Corinne! Zij woont, hoe kan het, nu weer op dezelfde woonplaats als ik.
Ze heeft vanochtend nog een kaart in de bus gedaan waarin zij mij bedankte voor de verhalen!
Aardig en leuk dat je aan lydia denkt! En ook een leuke reactie.
Mijn dank daarvoor. Groet, Maaike