Ik zit al weer een poosje op de Huishoudschool. Het is anders gelopen dan de bedoeling was. Want ik zou naar de MULO gaan. Dat wilde ik wel. In de vijfde klas kreeg ik er Franse les voor. Maar toen ik in de zesde klas zat kwam de hoofdonderwijzer langs. Volgens hem kon ik beter naar de huishoudschool gaan. Ik was te onrustig voor de MULO. Mijn moeder ging er van uit dat het schoolhoofd het wel zou weten. Dus ging het feest niet door. Jammer, jammer! Ik belandde op de Huishoudschool. Sommige vakken vind ik wel leuk. Koken bijvoorbeeld. Maar naaien vind ik vreselijk. De juffrouw ziet alles. Vooral van mij. Ik voel mij echt bespied door haar. Ik breng ook niets van het naaien terecht. Patroontekenen vind ik vervelend. Ik vind mezelf dom dat ik er zoveel moeite mee heb. Nee, het is niets die huishoudschool. De leervakken gaan nog wel. Maar de rest?
Hoewel? We hebben, niet te vergeten, ook stof versieren. Dat vind ik het leukste vak. We zijn nu een zelfgenaaide tas aan het versieren. We gaan er met allerlei steken en kleuren iets moois van maken. Je mag alles zelf bedenken: de borduursteken, de kleuren, alles. Ik geniet van de vrolijke kleuren die ik uitzoek. Het wordt heel mooi!
Vanmiddag hebben we naailes. We zijn een wit schort aan het naaien.
Dat gaan we dragen bij de kookles. Gelukkig ben ik klein. Ik hoef niet zo veel stikwerk te doen. Want een rechte naad stikken? Ik vind het heel moeilijk. Ik kijk met jaloezie naar andere meisjes die het mooi kunnen. Ze zitten achter hun naaimachines alsof ze op hun fietsen zitten. En hun stiksels zijn kaarsrecht. Ze krijgen pluimpjes bij de vleet. Hoe anders dan bij mij. De deur van het lokaal gaat open. De directrice loopt naar binnen. Zij is heel lang en vreselijk dun. Eng dun! Het lijkt wel of ze ieder ogenblik in tweeën kan breken. Ik ben een beetje bang van haar. Als zij maar niet bij ons langskomt. Als ze mijn broddelwerk maar niet ziet Ze is een vriendin van de naai-juffrouw. Vooraan in de klas smoezen ze met elkaar. Even later vertrekt de directrice. Zij had een dikke stapel formulieren bij zich. Die formulieren moeten we invullen. Alle gegevens van ons en onze ouders moeten er op. En er is blijkbaar haast bij. We moeten ze nu direct invullen.
Ik zit met het papier voor mijn neus. Mijn eigen naam invullen is een fluitje van een cent. Waar ik woon is ook niet moeilijk. Maar dan komt de vraag: “hoe heet je vader?” Mijn vader? Ik heb geen vader. Op de schoorsteenlijst staat een foto van hem. Maar als ik naar die foto kijk zie ik een vreemde mijnheer. Ik voel niet dat het mijn vader is. Ik wil het wel graag voelen. Maar het lukt niet! Ik heb hem nooit gezien! Hoe zag hij er dan uit? Is het wel mijn vader? Ik blijf naar het formulier staren. Wat moet ik invullen? De papieren moeten zo terug. Ik heb geen vader! Ik moet iets invullen en ik weet niet wat ik moet opschrijven. Wat moet ik doen? Het meisje dat naast mij zit, ziet dat ik huil. Ze tikt tegen mijn arm. “Je vader heette toch Jan!” Ik knik. “Dan moet je die naam opschrijven”. fluistert ze. Ja, mijn vader werd Jan genoemd. Natuurlijk weet ik dat! Dat heb ik wel begrepen. Het meisje wacht totdat ik ga schrijven. Ik ben heel blij dat zij mij helpt! Dan schrijf ik, net zoals de andere kinderen, de voornaam van mijn vader op. Daarna ook zijn achternaam. Die is hetzelfde als van mij. Nu mijn moeders naam nog invullen, dat is makkelijk genoeg. Het formulier is nu helemaal ingevuld en klaar. Ze worden verzameld en naar voren gebracht. De stapel wordt op de tafel van de juffrouw gelegd.
Alleen het meisje dat naast mij zat heeft gezien dat ik huilde. Verder niemand. De naai-juffrouw heeft het ook niet gezien! En dat is goed.
wat leuk om te lezen, van de huishoudschool en de naailes, vond ik ook een ramp, de hele zaterdagochtend!, steeds weer uithalen en overnieuw, grr.
stofversieren was ook mijn vak , een slab borduren wat was dat fijn, en ik doe het nog graag. dank u wel voor alle mooie verhalen, iedere avond kijk ik even.
Gelukkig maar dat er ook fijne vakken waren
Vakken waar je je eigen creativiteit in mocht uitleven!
Leuk om te horen dat mensen, toen nog kinderen, de dingen hetzelfde beleefden.
Fijn om te horen dat u mijn verhalen waardeert!
Met dank voor het reageren.
groet,
Ik ben ook een huishoudschoolmeisje. En naaien ..vreselijk. Ik weet nog dat de juf , toen mijn zelfgemaakte jurk mislukte,tegen mij snauwde ,wat is dat dan ook voor een lijf wat jij hebt ! Tja ik was waarschijnlijk net zo mager als uw directrice. Een ramp !
Ik weer nog hoe vernederd ik me voelde. En inderdaad stofversieren, een vak gegeven door een juf die net zoveel van bonte kleuren hield als ik. Van haar kreeg ik de liefde voor draadjes en bolletjes , een liefde waar ik nog dagelijks van geniet. Met naaien is het nooit wat geworden. Ik had wel een vader, een lieve vader ,maar hij kreeg kanker toen ik op de huishoudschool zat, oei wat schaamde ik me, gewoon omdat mijn vader niet kom werken, en in die tijd was je dan een uitkeringstrekkers en dan was je een loser zoals ze het nu zouden zeggen. Geen makkelijke tijd voor mij, maar ook die tijd is weer voorbij gegaan. Uw stukjes roepen veel herinneringen bij mij op. Ik geniet daarvan. Bedankt daarvoor en een hartelijke groet.. tot het volgende schrijfsel maar weer.
Mijn moeder zei altijd: middelmaat versiert de straat.
Maar niet veel mensen zijn gemiddeld.
We zijn te dik of te dun, te lang of te kort enz.
De kunst is je niet te veel aan te trekken van al die bepalingen!
En dat is al moeilijk genoeg als je volwassen bent.
Laat staan dat een kind dat kan.
Maar inderdaad die tijd is ook voorbij gegaan.
Bedankt voor de reactie en ook voor de waardering die er uit spreekt.
Groetjes,