Hongerig en koud!

Het is de winter van 1944 –1945. Ik ben 5 jaar.

Het is heel koud buiten.

Moeder schilt de aardappelen voor het middageten. Ik kijk naar haar handen.
Iedere keer pakt zij een nieuwe aardappel en rolt die vliegensvlug door haar handen.
De schil blijft in een krul hangen aan de aardappel. Ik vind het leuk als de schil heel lang wordt.  Even later plompt de aardappel zachtjes in het water. Maar niet altijd.
Soms landt een aardappel wat harder in het water dan bedoeld.
De spetters vliegen dan hoog op en kijkt moeder verschrikt.

De ketel is nu halfvol met geschilde aardappelen. Maar ik weet dat er nog veel meer in moet. De ketel moet helemaal vol!
Iedere middag kookt moeder een wasketel met aardappelen. De ketel is tot de rand gevuld. Een half uurtje later gaat de ketel, die nu loodzwaar is, op het gas.

Clazien, mijn oudere zus dekt de tafel in de achterkamer. Straks gaan we eten.
De achterkamer is groot en het plafond heel hoog. De kachel doet zijn best maar krijgt het niet warm gestookt. Het is buiten heel koud, het vriest hard.

Hongertocht
Ik hoor iemand kloppen op de deur. “Volluk” klinkt het heel zacht.
“Moeder, er is iemand aan de deur” roep ik heel hard want ze hoort het niet.
O, ik hoor het al. Ik ken die stem, het is een mannenstem. En ik denk ook dat ik weet hoe hij eruit ziet.
Er komen bijna iedere dag mensen aan de deur. En ze zien er allemaal hetzelfde uit.
Deze man ook. Ik vind het eng als ik naar hem kijk. Zijn ogen zijn heel groot en zijn gezicht is klein en mager. Hij ziet wit, een beetje paarsig!

“ Kom maar even binnen” zegt moeder, en ze pakt een stoel voor hem.
“ Ga hier even zitten ” zegt ze. De man trilt als hij op de stoel zit.
Moeder pakt een lepel uit de lade en schept uit de grote wasketel aardappelen op een bord. Heerlijke, warme gekookte aardappelen. Ze zijn nog maar net gekookt en ze schept ook groente en jus op het bord.
“ Kijk eens,” zegt ze “ eet maar lekker op.”  Ze zet het bord met eten voor de man op tafel.
De man eet snel, heel snel. “ Ik heb zo’n honger,” zegt hij.
“ Ik ben hier naartoe gekomen en hoopte dat ik weer eten kreeg.” Hij kijkt heel blij nu.
Als hij weer wat warm geworden is en gegeten heeft, bedankt hij moeder wel drie keer.

Ik kijk door het kamerraam als hij naar buiten loopt. O, hij is op zijn fiets, zie ik.
Een heel oude fiets. Er zitten geen banden meer om de wielen. Hij fietst op de velgen.
Ik luister. De  fietswielen kniersen over het puin. Ik weet precies hoe het klinkt.
Slingerend, bijna vallend, rijdt de man door het puin naar het brugje.
Als hij maar niet valt. Ik loop naar het raam van de voorkamer om daar ook nog even te kijken.
Gelukkig, hij is al op de weg. Het is nog heel ver fietsen naar de grote stad, weet ik.

Later die dag komen nog meer mensen aan de deur.
“Alstublieft! Heeft u eten voor ons?” De mensen kijken mijn moeder smekend aan.
Soms komen zij met een oude kinderwagen het erf op. Thuis hopen hongerige kinderen dat er eten wordt meegebracht.

39518405Moeder deelt iedere middag uit de grote wasketel tot er geen aardappeltje meer in zit.
En zij geeft ook vaak wat eten mee voor de kinderen thuis.

Niet alleen bij ons, ook bij de buren vragen zij om eten. In de naburige stad is niets meer. Soms gaan ze blij naar huis,  tenminste als hun gammele fietsen zijn volgeladen met etenswaren!
Vooral in oude kinderwagens kan veel eten. Maar iemand moet het eten wel geven!
En later, als de kinderwagen leeg gegeten is, komen ze  terug.
Maken ze weer die tocht naar ons dorp. Ook al hebben ze het ontzettend koud.
Ze moeten wel want er is niets meer te vinden in de stad. Ze zijn bijna uitgehongerd en te zwak om te fietsen.
Ze blijven langskomen, hongerig en koud, smekend om eten. Het houdt niet op!
Als de wasketel leeg is, sluit moeder de luiken tijdens het eten,  zodat de mensen ons niet zien eten!

6b6090919704a4be539f563f87774f68196ea74b7b6ce7e9b0150832f84763e2Bedanken
Kort na de oorlog komt er een man aan de deur.
Hij vertelt dat hij in de oorlog bij een razzia is opgepakt en weggevoerd naar Duitsland.  Zijn gezin blijft achter, zonder eten. Hij zegt tegen mijn moeder: “U heeft mijn gezin gered van de hongerdood. Ik kom u daarvoor bedanken!”

Op 5 mei 1945 is de oorlog voorbij. Vooral de laatste oorlogswinter is heel zwaar.
In de grote steden is vreselijk geleden. Er sterven in die laatste winter 20.000 landgenoten van kou en honger.

Brandstoftekort1945                                            Kinderen op rooftocht voor de kou

Ik heb nog jaren gedroomd over de oorlog.
Een terugkerende droom: ik sta voor de spoorwegovergang en moet er over  om thuis te komen.  Vlak voor mijn ogen gaan de bomen naar beneden. Zij sluiten de weg af.
Ik moet wachten, op de trein die straks langskomt. Plotseling terwijl ik daar wacht, gaat het luchtalarm af. De sirenes gillen. Panisch van angst wil ik wegrennen.  De bommenwerpers komen!
Ik moet  weg, weg.  Ik moet naar huis! Maar de overweg is dicht. De bomen zijn naar  beneden. Ik kan niet weg, ik kan niet naar huis!
Dan schrik ik wakker. Even blijft de angst nog. Voelt het weer alsof het oorlog is.
En dan, ineens weet ik het: ik droomde! Ik droomde!  Er is geen oorlog meer en ik word heel blij.
Het is voorbij. Het is vrede!

Na de 1e wereldoorlog werd in 1919 de Volkerenbond opgericht. Helaas bracht dat niet waarop werd gehoopt. Er brak een grote 2e wereldoorlog uit.

In mei 1940 werd ook Nederland betrokken in de 2e wereldoorlog. Een vreselijke oorlog! Zal de vrede, waar veel mensen zo vurig naar verlangen, er ooit komen?

 

Dit bericht heeft 6 reacties

  1. wilma

    Heb er veel over gehoord en gelezen. Wat een voorrecht dat jullie dat nog hadden. Bij mijn moeder hadden ze met wat “geluk” bloembollen. Als ze het hadden.
    Hoorde Jaren terug van een school die over de oorlog werkten dat een meeester de kinderen bloembollen had laten proeven. Kinderen hadden maagpijn. Ouders niet blij dus.
    En ware vrede? Kunnen we alleen om bidden bij de Grote Koning.
    Groet, wilma

    1. Mee op de wind

      Dag overzeese Wilma, er wordt inderdaad nog veel over de oorlog gesproken en gelezen. Vooral dit jaar is weer een mijlpaal in de tijd (70 jaar). Wij hadden op het platteland gelukkig genoeg te eten. Omdat wij zo dicht bij Rotterdam woonden zagen wij wel van dichtbij wat het betekent om honger te hebben. Mensen die eigenlijk niet meer verder konden van honger,ellende en kou kwamen met karren, oude fietsen, gammele kinderwagens aansjokken om eten te bemachtigen. Wij hebben gelukkig nooit bloembollen hoeven eten. Maar anderen wel! Het is goed dat kinderen leren dat in vrede leven niet vanzelfsprekend is, zoals je schrijft. En ook al komt de Vrede van boven, wij mensen zijn mede verantwoordelijk voor de vrede op aarde. Fijn dat je reageert Wilma, hartelijk dank ervoor1
      En verder, groetjes van Maaike

  2. Gerlien

    Hallo Maaike,
    Na een paar zeer drukke weken, weer even heerlijk “bij-gelezen”. Ja die oorlogstijd, zelf ben ik van ’45 en heb de verhalen heel veel gehoord. De honger was in Twente gelukkig niet zo groot, maar wel ontzettend veel ellende. Lang was oorlog een “ver van mijn bed” verhaal, maar de laatste tijd is toch wel dreigend. Laten we met z’n allen hopen, dat de mens verstandig wordt en ieder in z’n waarde laat.
    Zo, na deze belerende woorden even een leuke mededeling (tenminste voor mij) heb me ook aangemeld als abonnee, zodat ik niets meer mis ;). Hetzelfde ga ik nu bij Teuni doen, want ik las bij jou dat dat nu ook kan. Soms vind ik het gewoon leuk om even te reageren. Verder wens ik een heel fijn weekend en groetjes van 9-hoog.

    1. Mee op de wind

      Dag Gerlien, En ik vind het gewoon leuk dat je weer reageert en dat ik nu jouw reactie kan lezen!
      Allereerst daarvoor mij dank! En dan vind ik het ook nog een leuke mededeling dat je abonnee bent geworden van mijn blog. Voor Teunie is dat ook even fijn. Een vaste lezerskring hebben voelt vertrouwd en is gewoon gezellig!
      Ik hoop, net zoals jij, van harte dat wij mensen leren om elkaar om te gaan. In het groot en in het klein in goede verhoudingen met elkaar leren leven wat zou dat een zegen zijn!
      Groetjes vanaf 5-hoog Van Maaike

  3. Carol

    Ha Maaike,
    Jij schrijft dit net in een gunstige tijd met de herdenking in het vooruitzicht.
    Groetjes

    1. Mee op de wind

      Ja, dat is zo Carol! Om deze tijd is dit verhaal best op zijn plaats: opdat wij niet vergeten!
      Met mijn dank,
      en groetjes van schoonzus Maaike

Laat een reactie achter