Ik ga met u trouwen!

Harrie is groot voor een jongen van vijf jaar. En, daar komt nog iets bij: Harrie is verliefd!  Zomaar ineens is hij verliefd geraakt. Op de kleuterjuf.  Toen zij een verhaal vertelde, is het gebeurd! O ja, moeder is ook heel lief!  Van moeder houdt hij ook heel veel.  Maar kun je met je moeder trouwen? Nee, vast niet.  Met de juffrouw dan?  O ja, vast wel!  Hij weet het ineens heel zeker: hij gaat met de juffrouw trouwen. Moeder zei vandaag: “het is morgen al weer vrijdag!  En op vrijdag neemt Harrie vaak iets voor de juffrouw mee.  Hij gaat morgen weer iets voor haar meenemen dan kan de juffrouw het meteen zien dat hij heel veel van haar houdt!

Maar wat gaat hij morgen dan voor haar meenemen?  Een stukje lekkere zeep? Nee, dat heeft hij al een paar keer gegeven. Het moet iets anders zijn. Maar wat?  Hij moet er nog goed over nadenken. Hij moet wel opschieten want het is al gauw morgen! “Is er iets Harrie?” Moeder loopt naar Harrie toe. en zegt: “Je kijkt helemaal niet blij. Is er iets?” “Ik weet niet wat ik morgen aan de juffrouw moet geven”! Harrie kijkt er heel verdrietig bij. “Oh, maar we vinden nog wel iets hoor.  Het is nog geen morgen.  Je zult het zien, morgen weten we vast wel iets.”

Het is vrijdag middag tien vóór half twee. De deuren van de kleuterschool gaan open. De kinderen staan al voor de deur  te wachten.  Tot half twee druppelen de kinderen binnen. De meeste kinderen wonen dicht bij school en komen alleen. De school staat in een rustig dorp. Er is weinig verkeer in het dorp. De paar kinderen die buiten het dorp wonen, worden gebracht. De vrijdag is anders, niet zoals de overige middagen. Meestal brengt een kind een voorleesboekje mee. En steevast klinkt dan de vraag: “Juffrouw gaat u dit vanmiddag voorlezen?”  Vandaag is het Anneke, die een boekje meebrengt. “We gaan er zo even naar kijken, Anneke” zeg ik. “Dat boekje is van vroeger, juffrouw.  Het is van mijn moeder geweest.” Anneke kijkt mij blij aan. Op de kaft staat: Het wegje in het koren. “Ja, en er staat een prachtig verhaal in” zeg ik. Ik leg het boekje klaar op mijn stoel. Anneke bezet, als een haas zo snel, de stoel ernaast.  Zo zit ze dicht bij het boekje, en bij de juffrouw!

De stoeltjes staan in een kring te wachten.  Acht en dertig stoelen. Er zijn twee kinderen ziek. Ik loop wat rond in het lokaal. Dan komt Harrie op de valreep nog binnen stuiven. Er is nog één stoeltje vrij. Maar Harrie heeft eerst nog iets belangrijkers te doen. Hij heeft een envelop bij zich. Hij zwaait zijn rechterhand met  de envelop  zachtjes heen en weer. De envelop  houdt hij goed vast! Hij staat ineens voor mijn neus. “Ik heb iets voor u meegebracht, juffrouw.” Hij kijkt mij geheimzinnig aan. Langzaam trekt hij een kaart uit de envelop. Hij houdt de kaart op zijn rug. “Raad eens wat er op staat, juffrouw”? “Misschien je hondje?” zeg ik.  Hij schudt meewarig zijn hoofd.  Dat is dom! Hij draait de kaart om en gaat een stapje achteruit. “kijk eens!” zegt hij.  Het is zijn foto waar ik naar kijk. Met dezelfde lachende ogen waarmee hij mij nu aankijkt. “Dat ben jij! zeg ik. “Je staat er heel mooi op, Harrie”

Ik zie Harrie in zijn winteruitrusting. Een witte ijsmuts op. Een dikke witte sjaal om. En om zijn hals hangen stoere schaatsen. “Die foto mag u houden. Die is voor u!”  zegt hij nadrukkelijk. “Dankjewel  Harrie! Ik ben er heel blij mee. Ik zal de foto altijd bewaren!” zeg ik. Zijn stralende ogen kijken mij aan.
“Ja, zegt hij. En als ik groot ben ga ik met u trouwen!” Harrie lacht mij blij en vriendelijk toe. En ik lach terug! Twee mensen die samen blij zijn met elkaar.

De foto van Harrie heb ik nog altijd in mijn bezit. En zijn huwelijksaanzoek? Die ben ik nooit vergeten!

In functie

Dit bericht heeft 2 reacties

    1. Mee op de wind

      Ja Carol. Wat waren we toen nog jong! Bedankt!

Laat een reactie achter