Johan is weer thuis

Op de vrijdagen ren ik uit school naar huis. Dan wil ik altijd heel snel thuis zijn. Maar het blijft een heel eind naar ons huis, een saaie weg. Over de Dorpsstraat gaat het nog wel. Daar zijn wat winkeltjes en staan wat huizen. Maar daarna komt een heel eind saaie weg. Er staan een paar grote landhuizen en een rijtje kleine huisjes, en dat is het. Op vrijdag vind ik het niet erg als ik het hele eind naar huis alleen loop. Want dan ben ik blij! Op vrijdag komt broer Johan altijd naar huis. Hij blijft dan het hele weekeind thuis. Tot maandagochtend. Dan gaat hij weer naar Leeuwarden. Daar geeft hij vliegles aan militairen.

Nu Maarten er niet meer is, is Johan mijn grote broer. Hij is 17 jaar ouder dan ik en ook een beetje mijn vader. Johan ziet er anders uit dan andere mannen.
Hij draagt een uniform van het leger. Op zijn schouders zitten mooie gekleurde strepen. Als hij aan komt lopen van de trein, zie ik de strepen en sterren al van ver. Ik ben trots op mijn grote broer. En als andere kinderen nu over hun vader praten, kan ik over Johan praten. Eigenlijk ken ik hem nog maar heel kort. Toen ik werd geboren, ging hij al snel naar zee. Hij wilde stuurman worden op een zeeschip. Het is kort vóór de oorlog als hij vertrekt. En dan breekt de oorlog uit. Het schip waarop Johan vaart, wordt beschoten. Alle matrozen worden gered en komen in Engeland terecht. Johan gelukkig ook. De hele oorlog praat mijn moeder over Johan. Waar zou hij zijn? Zou hij nog leven? Af en toe hoort zij iets van hem via het Rode Kruis. Ze is dan heel gelukkig. Voor even! En dan gaat zij weer vragen: waar zou hij zijn? Leeft hij nog? Ze is erg ongerust. Johan blijft de hele oorlog weg. Moeder bidt iedere dag voor hem.

En dan komt na de oorlog plotseling een man bij ons aan de deur. Hij zegt tegen moeder: “Ik heb vanochtend Johan in Brabant gezien” “Is het echt waar?” Moeder kijkt alsof zij het niet gelooft. “Ja, ik heb hem echt gezien! En hij komt zo snel mogelijk naar huis.” En diezelfde dag nog komt Johan ook thuis. Mijn moeder gelooft haar ogen niet. Ik heb mijn moeder nooit meer zo blij gezien als toen. Maar ook Johan is heel, heel blij. Hij omhelst mijn moeder. “Kind, wat ben ik blij dat je er weer bent. Waar was je toch al die tijd?” is haar eerste vraag. “Ik ben piloot geworden in het leger. En ik heb samen met de Engelsen mee het land bevrijd. Ik heb ook meegewerkt aan de voedseldroppings.” We luisteren vol ongeloof. “Ik heb ook nog sigaretten boven het huis gedropt.” Johan raakt niet uit verteld. Met Johan komt er een nieuwe wereld binnen.

Als Johan hoort dat Maarten, zijn oudere broer, er niet meer is, wordt hij heel verdrietig. Ik kijk maar en luister. Iedereen is blij en ik ben ook heel blij. Ik was nog geen jaar toen hij vertrok. Nu weet ik dus hoe hij eruitziet. Nu weet ik ook wie Johan is.

Het blijft feestelijk in huis nu Johan weer terug is. Ook voor mij! Soms ga ik op zijn stoelleuning zitten en speel dan dat ik kapster ben. Ik kam en kap uren lang de weinige haren die hij heeft. Ik tover de vreemdste creaties en hij ziet er soms niet uit. Hij laat het allemaal goedmoedig gebeuren.

Het mooiste wat hij mee terugbracht, is zijn vrolijkheid. Als Johan thuis is, klinkt zijn lach door het huis. En ’s avonds komen de verhalen over de oorlog.
Hoe hij in een jagertje gevlogen heeft als piloot! Over de vele vluchten die hij heeft gemaakt naar Nederland. Als hij aan het vertellen is zegt Moeder: ”je moet naar bed hoor.” Helaas, arme ik. “Het is de hoogste tijd, je moet nu echt”. Er helpt geen moedertje lief aan. En als ik goed luister, hoor ik hoe gezellig het eraan toegaat in de huiskamer. Het lot van een kind.

Dit bericht heeft 8 reacties

  1. Teunie

    Wat fijn toch, om al die oude verhalen nu ‘op schrift’ te zien. En u schrijft zó beeldend. Ik zie het zo voor mijn ogen gebeuren! Leuk ook om nu uw foto erbij te zien.

    Teunie

    1. Mee op de wind

      Ik vind het fijn dat je reageert Teunie. En ook dat je het fijn vindt om mijn verhalen te lezen.
      Er gebeurt heel veel in een mensenleven, dat realiseer ik mij al meer.
      En jij natuurlijk ook heel veel inspiratie voor je mooie blog!
      Groetjes,
      mee op de wind

  2. Henny

    Dank u wel!
    Net als Teunie zie ik alles voor me en pak zelfs de geur van het huis op.
    De verhalen heb ik vaak van mijn moeder gehoord en nu ‘hoor’ en ‘zie’ ik ze vanuit de ogen en gedachten van toen een kind.
    Een lieve groet.

    1. Mee op de wind

      Leuk dat je dit schrijft Henny. Je ziet het inderdaad door de ogen van een kind.
      Ik kruip helemaal in het kind van toen. En dan vertelt het verhaal zich zelf!
      Ik volg dan gewoon mijn pen.
      Dank voor je reactie en groet.
      meeopdewind

  3. Jan Droogendijk

    Geweldig hoe U al deze verhalen weer in het leven roept.
    Zoals U vermeld bij Uw broer en ik als oudste neef mocht
    ook wel eens in de voorkamer bij oom Johan waar hij
    studeerde op de leuning gezellig met hem praten.
    Waar is de tijd gebleven, alles vliegt voorbij op de eeuwigheid aan.
    Groetjes van Uw oudste neef.

    1. Mee op de wind

      Mooi wat je vertelt Jan! Ik vind het bijzonder dat je het nog weet van oom Johan.
      Je was nog heel jong. En het oudste neefje. Dat was je ook voor oom Johan.
      Het heeft kennelijk allemaal veel indruk op je gemaakt!

      Ik vind het fijn dat je mijn blog volgt. Hopelijk doen de herinneringen je goed!
      Met dank, en groet van
      meeopdewind

  4. Imme

    Leuk om al je verhalen te lezen. Wat moet het vreemd zijn je moeder altijd te horen praten over je broer, terwijl je hem zelf helemaal niet kent. Fijn dat je hem toch nog hebt leren kennen!
    Liefs!

    1. Mee op de wind

      Ja, dat was ook vreemd!
      Mijn moeder was de hele oorlogstijd ongerust over hem.
      En het was heel fijn dat hij na de oorlog thuis kwam
      en in mijn leven kwam.
      Dank lieve Imme voor je reactie.

Laat een reactie achter