Komt vader ons welt’rusten zeggen?

Rotterdam, 1946. Een gewone dag uit de jeugdjaren van Gijs.

Zoals iedere ochtend wordt Gijs ook vandaag precies op tijd wakker. Hij gaat zitten en checkt voor de zekerheid nog even op de torenklok hoe laat het is, want hij moet wel op tijd de deur uit. Ja, het is kwart voor zes, tijd om op te staan voor de vroegmis. Het is de eerste kerkdienst van de dag en Gijs is misdienaar. Om kwart over zes begint de mis.
Als hij de deur achter zich dichttrekt, valt de kou op hem. Het heeft vannacht behoorlijk gevroren. Hij kruipt dieper in zijn jas en voelt even of zijn knopen wel goed vastzitten. Wat hij ook doet, het zal weinig uitmaken; zijn jasje is veel te dun voor de winter. Zijn haren waren nog nat toen hij naar buiten ging, hij voelt dat zijn haren vastvriezen.

Het is nog stil op straat, zo vroeg in de ochtend. Als Gijs bij de kerk komt, loopt hij meteen door naar de kleedruimte voor de misdienaars. Hij trekt zijn kleren aan voor de mis en wacht op de dingen die komen gaan. Hij is vandaag, zoals bijna altijd, de enige dienstdoende misdienaar. Iedereen gaat ervan uit dat Gijs er vandaag weer zal zijn. Niemand denkt dat hij het vergeet of verstek zal laten gaan. Er zitten op dit uur van de dag niet veel mensen in de kerk, misschien een man of tien, en kinderen al helemaal niet, behalve Gijs dan. Hij is 10 jaar oud.

Als de kerkdienst er om kwart over zeven op zit, loopt Gijs terug naar huis. Het stadsleven komt al langzaam op gang, het wordt wat drukker buiten. En thuis is het ronduit een drukte van belang. De oudere kinderen zijn zich aan het klaar maken om naar de kindermis van half acht te gaan. En moeder loopt heen en weer om de kleintjes te verzorgen.
Maar vóór ze naar de kerk gaan, moeten eerst de bedden worden opgemaakt. Gijs valt met zijn neus in de boter want hij kan, als hij thuiskomt, nog net van de partij zijn.
Als de zes andere kinderen de deur uit gaan, begint Gijs aan zijn ontbijt. Ter communie gaan mag alleen met een nuchtere maag. Vanaf zes jaar gaan kinderen ter communie, ook zij zijn nuchter.
Ieder kind heeft een knipkaart bij zich. Eenmaal in de kerk halen zij hem tevoorschijn. De schooljuffrouw deelt de knipjes uit. Zo is er goede controle of de kinderen wel trouw iedere dag naar de mis komen.

Na de kindermis komen de kinderen om kwart over acht weer thuis. Zij gaan dan meteen ontbijten, want het wordt de hoogste tijd om naar school te gaan. Ze moeten om kwart over negen beginnen.  Even later vertrekt de optocht. Moeder blijft thuis met de kleintjes. De oudste kinderen zorgen voor de jongste en brengen ze  naar de bewaarschool aan de Mathenesserdijk. De jongens zijn er nog niet, zij lopen door naar de lagere school in de Bruinstraat. Nu de kleintjes zijn weggebracht gaat het ineens wel veel sneller.
Op school gaan ze naar hun eigen lokaal in het kolossale gebouw, dat een lagere school en een mulo-afdeling kent. Het gebouw telt meerdere verdiepingen. De Rooms katholieke gezinnen waren over het algemeen heel kinderrijk. Bij Gijs thuis zijn elf kinderen.

s’ Middags om vier uur zit de schooldag erop en loopt het hele stel weer naar huis. Ze maken geen haast, want als ze eenmaal thuis zijn komen ze de deur niet meer uit. Er komen ook geen vriendjes of vriendinnetjes over de vloer. De kinderen zijn helemaal op elkaar aangewezen. De middagen thuis zijn zo om, want zes uur is het de hoogste tijd om naar bed te gaan.
Daarom staat rond de klok van vijf het eten voor de kinderen klaar op de kindertafel. Zij eten met elkaar, zonder hun ouders. Vader en moeder eten straks samen, als vader thuiskomt uit zijn werk.
De oudere kinderen mogen wat later naar bed. Maar Gijs en de jongeren liggen om zes uur in de koffer. Zomer of winter, het maakt niet uit.

Als ze op bed liggen horen ze vader thuiskomen. Vader werkt in de haven. Hij laadt en lost de schepen in de haven. Het is zwaar werk. Toch heeft het werken ook voordelen. Het komt nogal eens voor dat vader een baal graan mee naar huis mag nemen. Het is restafval, maar soms goed genoeg om er brood van te bakken en altijd goed genoeg als kippenvoer. Maar o, o, wat weegt zo’n baal veel, soms wel zestig kilo. Hijgend en uitgeput komt vader dan thuis. Na een uur door Rotterdam sjouwen met een baal graan op zijn rug heeft hij het helemaal gehad. Maar hij is heel blij dat er weer voor dagen een graanvoorraad staat.
Als de kinderen de stem van vader horen gaan ze, ook vandaag gewoontegetrouw, hun zelf gecomponeerde liedje zingen: “Komt vader ons welt’rusten zeggen?”
Of ze het allemaal iedere dag zongen? Soms was het geen onverdeeld genoegen, maar ronduit een ramp, dat vader nog langskwam. Want als hij de mattenklopper meebracht, verging hun het lachen. Wie die dag ondeugend was geweest kreeg niet al te zachtzinnig van klets, klets, klets op de blote billen! Ook Gijs ontkwam er niet aan.
Als de kust veilig was en vader het niet kon horen zeiden ze, als ferme jongens, stoere knapen: “Het deed lekker helemaal niet zeer”!

In de huiskamer legt moeder de kranten op tafel uit. Ze worden van voor naar achteren nageplozen. Morgen is het zaterdag en gaan de oudste kinderen de boodschappen voor het weekeind doen. Vader verdient een mager salaris en er moeten dertien monden worden gevoed. Het gebeurt nogal eens dat vader door het zware werk ziek is, en dan wordt het heel nijpend en weet moeder de eindjes niet aan elkaar te knopen. Er komt dan nog minder geld binnen, slechts 70 procent van het gangbare salaris. Vaak is er dan maar voor één boterham beleg. Met dat beleg wordt gewoekerd. Het wordt van de ene boterham op de andere boterham gedrukt.
Moeder streept alle aanbiedingen aan. De kinderen moeten morgen naar drie winkels: allereerst naar de Gruyter, want die verstrekt bij de boodschappen het snoepje van de week en dat is mooi meegenomen.
En welke andere winkels hebben deze week aanbiedingen? Kijk eens even, Albert Heijn heeft een heel mooie aanbieding, daar moeten ze zeker even langs. Voor Simon de Wit maakt moeder ook een lijstje.
Als moeder naar bed gaat liggen er drie lijstjes klaar voor morgen. Voor alle drie de kinderen één.

Morgenochtend vroeg gaan ze met de benenwagen boodschappen doen. Gijs is nog te jong om mee te gaan. Hij komt later aan de beurt, maar er is in huis genoeg ander werk te verrichten.

 

Dit bericht heeft 14 reacties

  1. Nelleke

    Weer een mooi stuk, Maaike. Wat een jeugd toch kan verschillen en in onze jeugd weten we niet beter of het is gewoon.

    1. Mee op de wind

      Het is nu wel een beetje anders Nelleke dat kunnen we zeker wel stellen. En die “goeie ouwe tijd”? Dat wij en onze kinderen het nu zo goed hebben is een grote tegenstelling, een reden voor dankbaarheid. Verhalen van vroeger maken dat duidelijk. Het is geweest en nog niet vergeten. Mijn dank voor je reactie, Nelleke.
      Groet, Maaike

  2. Nelly van Voorthuijsen-Boon

    Lieve Maaike, nu dat is een heftig verhaal over de jeugd van Gijs, ja vroeger hadden
    de rooms katholieke en de gereformeerde gezinnen veel kinderen. Mijn moeder was
    er ook een van de elf. Maar wat zullen jullie het moeilijk gehad hebben voordat jullie
    konden trouwen. De een gereformeerde gemeente lid en de ander rooms katholiek.
    Maar nu zijn jullie al jaren gelukkig. Het was ook wat vroeger met die rooms katholieke gezinnen, als er niet vlug weer een kind kwam, stond mijnheer pastoor
    op de stoep en in die gezinnen hadden zoals ook bij Gijs thuis geen groot inkomen.
    Wat rijk zijn jullie dan nu. Hartelijk dank voor het verhaal.Liefs van Nelly.

    1. Mee op de wind

      Lieve Nelly, ja, een verhaal uit de “oude doos”. Onze levens liepen op sommige punten gelijk maar op veel punten heel anders. En dat was niet altijd gemakkelijk, dat zie je goed. Het leven is een leerschool en er valt veel te leren! We kwamen beiden uit een groot gezin en dat was een overeenkomst.Er was vroeger veel meer armoede. De sociale voorzieningen waren veel minder. Ik heb altijd respect hoe die ouders dat hebben gerooid. Er waren toen veel wantoestanden die nu aan de kaak zouden worden gesteld. Maar ja van ieder tijd wordt later gezegd: hoe was dat toen mogelijk? Dank weer voor je reactie Nelleke en liefs van mij. Maaike

  3. wilma

    elke tijd heeft zijn strijd denk ik maar. Heb geen idee hoe dat ging/gaat in RK kerk. En dat het moeilijk was in die tijd heb ik ook wel over gehoord hoor van mijn moeder. Wij moesten ook nog wel op zaterdag hier of daar heen. De slager , de bakker en overal was het (gezellig) druk. Ik mocht altijd naar de slager, geen probleem, want daar was altijd wel een lekker stukje worst. Of zo een ouderwetse groentezaak. als ik mijn ogen, dichtdoe zie ik het nog voor me…
    Nu is er denk ik veel te veel keus of je hoort: dit willen ze nu eenmaal, dus ja, dan maar duurder.
    Groet ook aan Gijs, of was het meneer Gijs/ome Gijs?!
    Wilma

    1. Mee op de wind

      Dag Wilma, we hebben weer koningsdag gehad en keren terug naar de orde van de dag. Gijs is al 54 jaar mijn levensgezel. In het vooraf praatje van mijn blog “Over mij” kun je het lezen. Het R.k. leven verschilde best veel van de protestanten. Ik kwam daardoor in een heel andere wereld terecht en dat was boeiend om mee te maken. De oorlog was nog maar net voorbij en de stad lag in puin. Het was een bijzonder moeilijke tijd toen voor grote gezinnen. En in jouw kinderjaren ging het er zeker ook nog ook heel anders naar toe dan nu, daar heb je helemaal gelijk in. Voor onze kleinkinderen zijn dit onbekende, oude verhalen, hoewel zij het wel boeiend vinden om er kennis van te nemen. Zijn jullie daar ook nog bezig met koningsdag? Een heel epistel Wilma. Gezellig je op mijn blog te ontmoeten. Groetjes van mij, en van Gijs

      1. wilma

        Hallo.
        Nee dat doen we niet. Ik las er over in de krantop internet. En wij hebben de koningin van Engeland als Queen! En zolang we nog Hollanders zijn, hebben we eigenlijk 2 koningshuizen.
        Vroeger gingen we naar paleis Soestdijk om naar het defile te kijken. Leuk.
        Wij hebben hier een feestdag op 1 juli. “geboortedag” van Canada.

        Groet, Wilma

        1. Mee op de wind

          Ach ja, twee koningshuizen is ook wat veel van het goede. Die vroegere defile’s waren heel leuk en voor ons vertrouwd. Het gaat nu heel anders zoals je hebt kunnen lezen. Het koningshuis wil eigentijds blijven en heeft de viering dus helemaal veranderd. Maar jullie hebben de “geboortedag” van Canada en dat lijkt mij heel bijzonder!
          Groetjes Wilma van Maaike

  4. carol putters

    Ha Maaike,
    Het is weer mooi omschreven.
    Ik heb nog platte billen van die mattenklopper.
    Eigenlijk gemeen: eerst krijg je van je moeder op je donder en daarna nog eens van je vader.
    Groetjes,
    je zwager

    1. Mee op de wind

      Dag Carol,
      Je hebt volkomen gelijk Carol, het had anders gemoeten.Tegenwoordig is het dan ook verboden dat ouders hun kinderen slaan. En dat is een heel goede ontwikkeling. Er valt van alles op het gebeuren af te dingen zoals: dat het buitengewoon zwaar en moeilijk was voor de ouders van toen, dat is allemaal waar. Maar het blijft recht overeind staan: ouders horen hun kinderen niet te slaan. Basta! Er is al genoeg geweld op de wereld.
      Ik ben blij met je reactie Carol! Lieve groet van je schoonzus , Maaike

  5. Gerlien

    Wat een prachtig verhaal met veel herkenningspunten, niet alles uit eigen ervaring, maar mijn ouders kwamen ook uit gezinnen van 12 en 10 kinderen. Allebei de jongste van het gezin, dus heel veel verhalen. Blijf steeds weer genieten van je verhalen, bedankt!
    Groetjes Gerlien

    1. Mee op de wind

      Het is geschiedenis maar het is goed om die oude verhalen niet te vergeten. En veel mensen vinden het fijn om ze te lezen. We kunnen er soms door leren hoe het niet moet en vervolgens zelf dingen doen die later weer worden afgekeurd. En zo hopen we krabbelend en vallend wijs te worden. Onze ouders roeiden met de riemen die zij hadden en deden het met de inzichten van toen. Bedankt Gerlien dat je mijn verhalen graag leest en erop reageert ondanks dat je al veel er over hoorde. Herkenning is een beetje thuiskomen, vind ik altijd! Een lieve groet, Maaike

  6. Evy

    Dag Maaike,

    Wat kunt u prachtig beeldend schrijven. Voor mij zijn het de verhalen die ik van mijn grootouders ken. U hebt mij geïnspireerd om ook mijn verhalen over opgroeien te beschrijven. Dat zullen mijn kinderen vast ook later fijn vinden om te lezen. Bedankt!

    Vriendelijke groet Evy

    1. Mee op de wind

      Dag Evy,

      Wat leuk Evy dat je nu ook gaat schrijven. Schrijven is zo leuk en het geeft heel veel voldoening. Er zijn altijd wel verhalen te vertellen die onze kinderen graag horen en lezen! Veel succes ermee! Wie weet lees ik ze nog eens. En dankjewel voor het compliment. Het geeft altijd weer vreugd als mensen genieten van de verhalen. Een stimulans om verder te gaan. Soms valt een verhaal anders uit dan ik oorspronkelijk bedoelde. Maar dan vaar ik “mee op de wind’ van dat moment, denk ik dan. Een hartelijke groet, Maaike

Laat een reactie achter