Over twee dagen is het Koninginnedag.Dan is het feest op Barendrecht. Op school draait ook al alles om Koninginnedag. “We gaan vanochtend eerst nog eens het Wilhelmus oefenen,” zegt de meester “want dit lied gaan we in ieder geval zingen”. Ik kijk de klas rond . Iedereen kent het al lang. “Het tweede couplet zit er nog niet goed genoeg in. We moeten het echt helemaal mee kunnen zingen. Want, we zingen het voor de koningin!” De meester kijkt heel beslist. En daar gaan we weer! Het dreunt al weer door de klas: “Mijn schild en de betrouwen…” De zware stem van de meester hoor je boven alles uit. Ook het eerste couplet zeggen we daarna, voor de zekerheid, nog een keer op. De meester kruipt achter het kleine orgeltje. En dan zingen we uit volle borst de twee coupletten van het Wilhelmus. “Nou het kan er mee door. Het zit er aardig in”, aldus de meester. Hij kijkt tevreden de klas rond. Die middag loop ik om half vier met een vriendinnetje naar huis. “Wat trek jij woensdag voor kleren aan? Ik ga verkleed als sneeuwwitje. “En jij?”, vraagt ze aan mij. “Mijn moeder wil niet dat ik mij verkleed. Ik mag mijn zondagse kleren aan. Maar ik ga het nog een keer vragen aan mijn moeder” zeg ik.”Misschien mag het toch nog wel.”
Op Koninginnedag ben ik heel vroeg wakker. Ik trek het gordijn open.
Het zonnetje schijnt vrolijk op mijn neus. Mijn kleren hangen klaar op de stoel. Geen verkleedkleren. Dat niet. Ik heb nog wel gezeurd. Maar moeder zegt: “allemaal gekkigheid”. Ik trek mijn zondagse kleren aan. Mijn mooie zwarte lakschoenen mag ik ook aan. Ik kijk trots naar mijn schoenen. En mijn witte kniekousen vind ik er mooi bij. Maar ik had verkleedkleren toch veel leuker gevonden! Als ik bij school ben zijn de meeste kinderen er al. Ze dragen allemaal verkleedkleren. Ik voel aan de jurk van mijn vriendinnetje. Ze heeft een prachtige jurk aan. Ze lijkt echt wel sneeuwwitje. De stof is heel dun.“Ik heb het koud” zegt ze. Ze rilt! Daar gaat de schoolbel. We gaan eerst nog even naar binnen om de dag te beginnen. In het lokaal zie ik pas goed hoe mooi iedereen is. Vooral veel jurken van crêpe papier hebben de meisjes aan. In allerlei kleuren. En, heel veel oranje. Ik heb een oranje sjerp om mijn middel.
Weer buiten, maken we een lange rei. Met alle klassen van onze school gaan we naar het dorpsplein. Daar is het iedere Koninginnedag groot feest. Er staan al veel kinderen van andere scholen op ons te wachten.
De bovenmeester wenkt ons: “komen jullie maar hier staan!” Iedereen dringt voor het beste plaatsje. Ik sta achter lange Jaap. Hij is heel lang. Ze noemen mij muisje omdat ik zo klein ben. Maar ik vind een oplossing: ik ga aan de buitenkant staan. Zo heb ik een prima uitzicht. En ik kijk er mooi langs!
Als alle kinderen er zijn gaan we zingen. Een meester van een andere school, gaat op een speciale verhoging staan. “We gaan eerst het Wilhelmus zingen”, zegt hij. Het wordt een groot kinderkoor. Ik kijk rond. Alle kinderen zingen mee. Het schalt over het dorpsplein. Het kleine kerkje aan de overkant vangt het geluid op . Dat kerkje staat op een terpje. Het kerkje is oud en heel mooi! Het is begroeid met klimop. De takjes hangen ook voor de raampjes. Het plein, en het kleine kerkje lijken wel mee te zingen. De vlaggen: rood, wit en blauw wapperen blij in de zon. De oranje wimpels waaieren wijd uit. En wij? Wij laten horen wat we allemaal geleerd hebben. En we zingen en we zingen: “Waar de blanke top der duinen. In naam van Oranje doe open de poort. In een blauw geruite kiel. Wij willen Holland houwen. O, dierbaar plekje grond. ’t Is plicht dat ied’re jongen.” Het zingen gaat maar door. Allemaal liedjes die je bijna nooit meer hoort. Liederen over het vaderland!
Maar daarna is het feest nog lang niet afgelopen. Het gaat de hele ochtend nog door. Het plein is helemaal ingericht voor de kinderspelen.
We spelen in kringen. Busje lopen. Zaklopen. Er staan hoge stelten om op te lopen. Ik wil het ook proberen. Maar het is heel griezelig. Ik blijf kijken naar die hoge houten benen onder mij. Ik stap er maar gauw af. Dat voelt toch veiliger! Het is een en al vrolijkheid op het plein. Het bakkerijtje op het dorpsplein is vandaag ook open. Speciaal voor Koninginnedag. De meeste kinderen hebben een paar centen, of een dubbeltje, meegekregen. Op Koninginnedag is alles anders. We mogen zelfs iets lekkers kopen vandaag.
Om half twaalf is het toch echt afgelopen. Het plein raakt leger. Mijn vriendinnetje en ik gaan ook naar huis. Het is nog een heel eind lopen naar ons huis. Maar vandaag is dat niet erg. Het zonnetje schijnt! En alles ziet er feestelijk uit. De vlaggen wapperen en de oranje wimpels waaieren op de wind!