Toen het nog echt vroor!

Het is ruim 60 jaar geleden. Maar hoe oud ik ook word, de winter van 1956 zal ik niet licht vergeten. Dit verhaal vond ik weer in de “Oude doos.”

Je kunt het je nu moeilijk voorstellen dat het kwik tijdens de winternachten tot min 20, zelfs tot min 28 graden daalde. Het was een barre, barre winter.
En arme ik, koukleum als ik ben, stond juist in die winter in de slagerij van Koen en Arjan in Lekkerkerk. Bibberend, met ijskoude handen verkocht ik vlees aan de klanten. In een slagerij kan niet worden gestookt. Soms mocht, als ik lang op één plaats stond, even een elektrisch kacheltje aan.

Winter 1956
Iedere donderdag om een uur of drie begint mijn vrije middag.
Kennissen en vrienden uit Barendrecht belden telefonisch bestellingen door  naar de slagerij. Het was meteen een mooie aanleiding voor mij om een bezoekje aan Barendrecht te brengen. Aldus geschiedt en zo wordt het nuttige met het aangename verbonden

De bromfiets staat al klaar. Er worden grote fietstassen over de bagagedrager gesjord. De bestellingen worden in de fietstassen gestouwd. Er waren nog niet veel auto’s in die tijd. Maar een bromfiets was haalbaar. In de zomer is het reisje naar Barendrecht een heerlijk uitstapje, tenminste als het niet regent. Maar als het koud is en vriest zoals vandaag is het een hele onderneming.
Ik moet eerst in Krimpen aan de Lek zien te komen. Daar vaart een veerpontje met de toepasselijke naam: vice versa, heen en weer naar Slikkerveer.

Het is een heel karwei mijn volgeladen brommer over de houten afrit op het pontje te loodsen. Ik slaak ook vandaag een zucht van verlichting: gelukkig het is weer gelukt.

Het pontje brengt mij naar de overkant. Opnieuw zet ik mij schrap om mijn zware bromfiets over de loopplank vooruit te krijgen.
Weldra ben ik zo ver om op te stappen, maar niet alvorens ik mijn muts diep over mijn oren heb getrokken. Mijn sjaal sjor ik wat vaster om mijn nek, want o, wat is het koud vandaag! En het is pas middag, aan vanavond moet ik nog maar niet denken. Eerst maar zorgen dat ik mijn bestellingen kwijt raak.
Dat is snel gebeurd. Ik weet feilloos de weg in Barendrecht want hier bracht ik mijn kinderjaren door. Daarna wacht mij nog iets leuks.

Vóór ik met mijn broers meeging naar Lekkerkerk ging ik iedere donderdag mijn zus Corrie een dag helpen. Ik zag de kinderen opgroeien. En vandaag ga ik ze allemaal weer zien, want voor ik terug rijd naar Lekkerkerk ga ik bij Corrie langs voor een hapje eten.

Als ik mijn brommer tegen het huis zet maak ik snel de fietstassen leeg en loop ik, zo blij als een kind, naar de keukendeur. Ik heb er zin in. Ik ken hier de weg als in mijn vestzak. Dit is het huis waarin wij allemaal werden geboren, elf kinderen in getal.

Ik zet de bestelling in de keuken op het aanrecht. Corrie, mag het verder regelen. Daarna loop ik door naar de kamer en ziedaar, het bekende tafereeltje. Corrie die aan de tafel zit te breien, haar breipennen vliegen van de ene kant naar de andere kant. De kinderen zitten aan tafel te spelen en te kleuren. Heerlijk om hier weer even terug te zijn. Ik schuif een stoel bij en ga bij hen aan tafel zitten. Ik voel mij hier helemaal thuis. Corrie loopt al naar de keuken voor de koffie. Als ze terug is steekt ze de lamp boven de tafel aan. Ik luister naar het tevreden, lichte geronk van de gaskachel en kijk naar de kleintjes hoe zij hun best doen om mooi te kleuren. De koffie smaakt overheerlijk.

Tijdens het eten pieker ik over de terugreis. Buiten is het gaan sneeuwen. Als het maar niet glad wordt. Het zal vast een hele onderneming worden om met de bromfiets in het donker, over een besneeuwde dijk naar huis te rijden.
Als we gegeten hebben zeg ik: “Het lijkt mij beter om vanavond maar vroeg naar huis te gaan. Het sneeuwt, ik moet zien dat ik in Lekkerkerk kom.”
“Ja, je hebt gelijk” zegt Corrie, ze kijkt mij bezorgd aan.
“Het gaat al harder sneeuwen. Het is bar en boos buiten.”

Een geluk is dat mijn bromfiets minder zwaar beladen is dan op de heenweg.
Het is nu zeven uur. Als alles meezit kan ik rond kwart voor negen thuis zijn.
Het is kouder dan vanmiddag. De sneeuw valt loodrecht, in dikke vlokken naar beneden en blijft liggen zonder te smelten.
Het is stil op de weg. Het enige wat ik hoor is het eentonige geronk van mijn bromfiets. De sneeuwvlokken vormen een wit laagje op mijn donkerblauwe jas. Ik probeer ze eraf te kloppen met mijn wanten aan maar ik maak zo’n slinger dat ik er abrupt mee stop. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik onderuit ga met de brommer.

Ik ben heel blij als ik veilig bij het veerpontje van Slikkerveer ben aangeland. Nu is het nog een kwestie van een half uurtje en dan zit deze reis er gelukkig op. Maar Als ik de veerpont bij Krimpen aan de Lek afloop slaat de schrik mij om het hart. Er ligt, overal waar ik kijk, een dikke laag sneeuw. De dijk lijkt een witte wollen deken, het is een prachtig gezicht. Maar op dit moment heb ik wat anders aan mijn hoofd, want hoe kom ik thuis? Hoe blijf ik op de weg? Het is heel donker geworden. Maar hoe ik het ook wend of keer ik moet thuis zien te komen. Voorzichtig laveer ik mijn bromfiets over de weg. Er rijden praktisch geen auto’s. Als ik midden op de weg blijf rijd ik in ieder geval minder snel de dijk af. Rechts van mij stroomt het water van de Lek. Op het water ligt, nu het al een paar nachten heeft gevroren, een ijslaagje. Later in de winter zal de rivier dicht vriezen.

Janus had verkering met mijn schoonzusje uit Bruinisse. Toen zij voor het weekeind naar Lekkerkerk kwam stak zij, in plaats van met het overzetveer, te voet de bevroren rivier over. De veerman wachtte haar aan de andere kant met zijn tasje voor het geld op en zij moest alsnog het veergeld aan hem betalen. Zij vond het vreemd maar durfde er niets erover te zeggen. Tja, zo ging dat toen.

Kaart van Krimpen aan de Lek en Lekkerkerk (1955)

Ik tuur over de witte weg, langzaam nader ik Lekkerkerk. Het gaat goed, het gaat goed! Ze zullen thuis vast blij zijn als ik straks binnenstap. Terwijl ik mij blij voel worden gaat opeens mijn bromfiets schuiven. Ik probeer hem overeind te houden, vergeet het maar. De bromfiets volgt een eigen spoor en in een langzame glijvlucht kom ik met een klap op de grond terecht. De brommer valt over mij heen en ronkt boven mijn hoofd rustig verder. Mijn linkerknie doet vreselijk pijn. Ik blijf verdoofd liggen.

Je moet opstaan zegt een bibberend stemmetje in mij, je moet verder. Ik kruip onder de brommer vandaan en sta op trillende benen. Daarna hijs ik de brommer overeind, hij ronkt nu niet meer. Ik hoop dat ik hem weer aan de praat krijg want ik moet verder, ook al doet mijn knie nog steeds heel zeer. Mijn rechterhand voel ik nu ook, die is open geschaafd zie ik. Mijn bromfiets doet het zowaar. Wat een bofkont ben ik. Langzaam rijd ik mijn bromfiets naar huis, het sneeuwt nog steeds.

Ik kan niet zeggen hoe opgelucht ik ben als ik mijn bromfiets de schuur in rij. Thuis. Ik ben thuis!  Ik loop naar binnen en steek mijn hoofd door de deuropening en roep benepen: “Ik ben gevallen!” Moeder komt snel aanlopen.
“Ben je daar eindelijk? Gelukkig dat je er bent. Wat een weer is het geworden. Wat is er met je gebeurd?”

Mijn nylons zijn aan flarden en mijn knie is vuurrood met een diepe schaafwond. Met mijn hand is het al niet niet veel beter gesteld. Moeder loopt af en aan en verzorgt mij. Ik laat het mij heerlijk aanleunen. Niets is beter dan weer thuis zijn!

Het volgende verhaal duurt iets langer met het publiceren.  Ik  ga er even tussenuit voor een korte onderbreking.

Ook gratis lid worden van mijn blog?
Vul je naam, email adres in en klik op abonnee. Het volgende verhaal rolt in je brieven bus.

Dit bericht heeft 18 reacties

  1. Anoniem

    Dat is alweer snel een nieuw verhaal. De ader blijft maar stromen net als de Lek.
    Ik herinner mij die koude winter. Mijn dochter die net een tweedehands racefiets had gekregen ging met haar fiets naar school, terwijl je over de weg kon schaatsen. Ze heeft het gered, maar het is me nog een raadsel hoe?

    Een fijne “vrije tijd” wens ik je.
    Liefs Nelleke

    1. Mee op de wind

      ja, snel Nelleke daar heb je gelijk in. Ik neem even een korte pauze daarom nog snel een verhaal. Leuk dat je weer zo snel reageert. Die winter vergeten ouderen nooit meer. Gelukkig dat je dochter er goed vanaf kwam. Maar echt verlangen naar die kou doe ik nu ook weer niet. Gelukkig moeten we weer afwachten. En aan de andere kant gun ik de jeugd nog eens een elfstedentocht. Nelleke, dankjewel voor je reactie en alle liefs van Maaike

  2. Sjanie

    Wat een mooi verhaal weer! Heel herkenbaar want in Krimpen aan de Lek ben ik opgegroeid! En nu woon ik met man en kinderen in Berkenwoude, dat is aan de andere kant van Lekkerkerk. In de polder van Lekkerkerk ben ik eens, tijdens het schaatsen, in een wak gestapt door een fladderende zwaan die mijn richting opkwam! Gelukkig er uit getrokken door Piet van Leeuwen. Ook al heel wat jaren geleden, ik ben nu 49 jaar.
    Als ik uw verhaal zo lees, komen er ook bij mij herinneringen naar boven!
    Het waren ook échte winters hè, met veel sneeuw en (meestal) dik ijs….

    1. Mee op de wind

      Ik ken die omgeving als mijn vestzak Sjanie. Ik heb er niet zo lang gewoond maar ik denk nog altijd met plezier terug aan de fietstochten die ik maakte naar Berkenwoude.De rust, de landelijke omgeving die daar toen nog was sprak mij geweldig aan. Er was genoeg water om te schaatsen en gelukkig dat je uit het wak bent getrokken. Wat leuk dat je in die omgeving bent opgegroeid. Schrijvend erover kwam bij ook weer van alles boven. Mijn fietstochten naar Opperduit en Schuwacht. En die winters van toen, leuk om over te praten maar ook ijselijk koud. Dank voor je leuke reactie. Groet Van Maaike

  3. Nelly van Voorthuijsen-Boon

    Hallo Maaike, wat een verhaal, eigenlijk onverantwoord op met dat weer naar huis te gaan, maar blijven slapen daar dacht je ook niet aan. Ik herinner me
    die winter ook nog heel goed. Onze eerste zoon was 31 mei 1955 geboren en#het begon toen geloof ik 30 januari te vriezen en de hele maand februari
    is het toen blijven vriezen elke dag onder de tien graden. de zoon lag in de
    kinderwagen met een cape en een kruik, want je wilde er toch even uit, Het
    is niet voor te stellen hoe koud het toen was. Fijn dat je weer een verhaal
    hebt geschreven. Geniet van de vakantie die er aan zit te komen.Liefs Nelly.

    1. Mee op de wind

      Dag Nelly, je hebt gelijk dat het onverantwoord was om met dat weer op stap te gaan. Ik dacht er zelf ook aan. Nu was het zo dat er bij ons niet naar een radio werd geluisterd. Je wist ook niet wat voor weer er op komst was. Maar koud en was het en niet bijster handig om op stap te gaan. En de bestellingen moesten de deur uit. Alleen ouderen herinneren zich die winter nog. Maar je zoon werd in ieder geval goed verzorgd met een kruik als je naar buiten ging. En dat was nodig, want wat was het koud. Mijn moeder had altijd een verhaal over 1929 dat het zo’n ontzettende koude winter was. Maar dat was voor mijn tijd. Ze had er een rijmpje over dat ga ik nog eens googelen. Het ging over Dordrecht. Mijn dank voor je reactie Nelly, ik vind het fijn weer iets van je te horen. Ik sluit met liefs vanMaaike

  4. Bernadette

    Ik heb zelf geen enkele herinnering aan die koude winter. Ik was toen zeven jaar. Terwijl ik uw logje las had ik echt wel een duidelijk beeld van hoe die tocht moet geweest zijn. Ik voelde de kou en hoorde de stilte die er is als het sneeuwt en donker is. Gelukkig liep het allemaal goed af. Wat een opluchting moet het geweest zijn voor je moeder toen je eindelijk thuis kwam.
    Lieve groet,
    Bernadette

    1. Mee op de wind

      Dag Bernadette, ja dat was bar en boos die tocht. Ik had weinig talent om een bromfiets te besturen. Ik ben blij dat ik nu een vierwieler heb om op stap te gaan. Het is warmer en stabieler in een autootje. Onze kinderen willen nog graag schaatsen maar van mij hoeft die kou niet meer. Het lijkt volgende week al weer warmer te worden en als dan de kou weer voorbij is dan is het van korte duur geweest. Maar de kinderen hebben in ieder geval ijs gezien.
      Leuk om je reactie te lezen en te ontvangen. Een hartelijke groet Bernadette, van Maaike

  5. Wilma

    Ja en al is het ver voor mijn tijd, hier kennen we wel zulke winters. Kan zelfs gebeuren dat de stroom uitgaat als het ook nog stormt.
    Heb 7 jaar geleden in een blizzard gestaan. Ziet geen halve meter en de afstand die we moesten rijden naar een vriend was normaal ongeveer veertig minuten. Nu hebben we er 8 uur over gedaan. Uren stilgestaan. We moesten wel omdat we brand hadden gehad die avond.
    Ben niet een echte sneeuw fan meer en ben blij als iedereen binnen is.
    Groet, en een fijne tijd.
    Wilma

    1. Mee op de wind

      Dag Wilma, een heel verhaal wat je vertelt. Afschuwelijk om zo lang over een reis te doen van normaal 40 minuten. Je had het toch zeker wel vreselijk koud inde auto? Of hebben jullie soms ook dekens in de auto zoals sommige mensen doen. Is niet eens zo gek vind ik. Ja moeders hebben hun kroost en alles wat bij elkaar hoort het liefst thuis als er barre weersomstandigheden zijn. Een witte deken van sneeuw is mooi maar het mooi is er snel van af en dan komt de narigheid. Dit was even een terugblik naar vroeger. Zulke winters kennen we nu niet meer hier.
      Gezellig weer iets van je te horen Wilma. Met dank en groetjes van Maaike

  6. Gerlien

    Hallo Maaike,
    Ik herinner me niet echt de winter van 1956, maar wel het uren schaatsen en pret hebben buiten. Mijn vader was een schaats-fan, dus ik kreeg het met de paplepel ingegoten. Gewoon op houtjes, was zijn lijfspreuk, moest je het leren. In 1957 kreeg ik, als meisje, mijn eerste paar hoge noren. Was er helemaal niet blij mee, want de vriendinnetjes hadden witte kunstschaatsen en die van mij waren zwart. Na veel praten, ging ik het toch proberen en was meteen verkocht: dat was nog eens schaatsen!! Won bij de schoolwedstrijden meteen de 1e prijs. Deze herinnering zat nog ergens diep verborgen en kwam door jouw verhaal weer tot leven, bedankt! Ik wens je veel plezier, even geen muizenissen maar lekker tot rust komen!
    Lieve groet van Gerlien

    1. Mee op de wind

      Als je met die temperaturen in een slagerij staat vergaat het lachen je. Brrrr wat was dat koud. Wat leuk dat je vader je wegwijs maakte met het schaatsen. Ik weet nog dat bij ons ook op houten schaatsen werd geschaatst. Het was wel tobben want ze werden met een lintje vastgemaakt om je enkel als ikhet goed heb. Maar ver heb ik het niet gebracht. Jij was een kei begrijp ik. Herinneringen liggen vaak diep verstopt wat leuk dat ze dan weer worden opgerakeld door een verhaal. Ik begrijp dat het veel gebeurd. Ja ik heb er zin in even de boel de boel te laten en te ontspannen. Leuk dat je reageerde Gerlien. Ook een lieve groet, Maaike

  7. Anoniem

    Mooi, he? Dat heel korte, maar toch wel dapper zijn best doend wintertje van vorige week bracht allerlei herinneringen aan vroegere ECHTE winters boven.
    Bij velen, denk ik. Maar ja, dan moet je maar de energie opbrengen om die ook zo uitgebreid op te schtijven, EN het talent daarvoor hebben.
    Bij mij zaten. -heel diep- ook nog wel herinneringen aan schaatsen op de Boerenwetering, en ijskoude handen en voeten na winterwandelingen met mijn vader, en dan als we thuiskwamen heerlijke warme erwtensoep (en verwijtende blikken van mijn moeder naar mijn vader omdat hij “dat kind meenam op zulke wandeltochten in de kou”). Maar ik vond het geweldig.

    Heel erg bedankt, Maaike, als mede herinneringen veroorzakende goede geest.
    Ik heb de mijne maar weer terug laten zakken naar hun eigen plaatsje in mijn brein. Daar zitten ze lekker warm. En ze komen te gelegener tijd vast wel weer naar boven. De winter is toch voorbij. Groetjes van Elly.

    1. Mee op de wind

      Jij kan er wat van Elly! Het is nog een verhaal achter een verhaal over talent gesproken. Heerlijk die herinneringen aan je vader die je zo graag op ophaalt. Maar goed mijn verhalen brengen sluimerende herinneringen tot leven in jouw brein. Dat je ze daar weer terug brengt om ze te laten slapen is misschien wel zonde voor de mensheid. Nou ja lieve Elly we hebben her er nog wel eens over. Lieve groet, met dank voor je reactie

  8. Carol

    Weer een leuk verhaal.
    Bij ons op school – ik was intern – werd de court ondergespoten en konden we zo schaatsen. Ik niet hoor. Deed ik niet aan mee. Kon het niet.

    Wou een foto plakken, maar dat gaat niet

    1. Mee op de wind

      Dat is toch ook een geweldig actie Carol! Wat zullen de jongens ervan genoten hebben. Ik vind je reactie heel leuk en een mpoie aanvulling. Dankjewel Carol en groetjes van je schoonzus

  9. Neil ( Cornelis Pieter) Mudde

    Goei dag Maaike:

    Via “Oud Lekkerkerk” hier beland wat een interessante blog site, het is hier 6:30 in de morgen in Toronto, geboren in Lekkerkerk in 1939 op Kerkweg 105 waar Vader Bastiaan Mudde een bakkerij had. Wij emigreerde met mijn familie in 1954 toen 11 kinderen, nadien 2 in Barrie geboren. Onze ouders zijn overleden als zijn nu 3 van mijn verdere familie, ja zo gaat dat.
    Ik zal zeker terug komen op je blog verdere verhalen te lezen.
    Dankje wel!

    1. Mee op de wind

      Dag Neil in Toronto. Al weer een “Oud Lekkerkerker” die op mijn blog reageert. Je woont nu dus in Toronto maar je bent ons kleine landje nog niet vergeten, begrijp ik.
      Ik kwam je ook al tegen op Facebook. Tijdens een wandelingetje dacht ik : wat is het allemaal al weer lang geleden. Ik was 16 toen ik in de slagerij stond en nu ben ik 83 jaar.
      En wat was het een leuke tijd in Lekkerkerk terwijl ik Lekkerkerk eerst alleen maar van naam kende en wel even moest wennen. En de bakkerij van Mudde was er ook, inderdaad.
      Mijn blog is deze week wel heel erg veel gelezen en dat doet mij natuurlijk goed! Hoop dat je ook verder geniet van mijn blog.

      Groetjes van het meisje uit de slagerswinkel
      Maaike

Laat een reactie achter