Vindt ze dit misschien leuk?

Het is een uitgelezen zomerdag.  Het zonnetje schijnt en de temperatuur is precies zoals je het wenst.  Is er een mooier moment om met dochterlief Judith, en kleindochter laura naar het stadshart te lopen?  Ik heb echt iets nieuws nodig!  De afstand naar de winkels  is net een mooie wandeling is.  Als we, gezellig keuvelend door de winkelstraat lopen stop ik en  stel voor: “Zullen we hier even binnen kijken”?

Als we binnenstappen komt er meteen een mevrouw naar ons toe lopen.  Ze vraagt aan Judith: “kan ik u soms ergens mee helpen”? Een beetje overrompeld kijken we elkaar aan, zoveel haast is er nu ook weer niet bij.
We kunnen best zelf eerst even rondkijken.  Maar dat is niet de bedoeling en staat blijkbaar niet in het protocol van deze winkel. Judith kijkt mij afwachtend aan. “Misschien” zeg ik, en loop iets naar voren. “Ik zoek iets voor een feestelijke gelegenheid”. “Ja hoor. Ik denk wel dat wij wel iets voor haar hebben” zegt de verkoopster, glimlachend. “Loopt u maar even met mij mee! Welke maat heeft zij?”  Judith kijkt mij wanhopig vragend aan.  Ik zie haar denken, tot ze zegt: “vraag het haar zelf”!  Opgelucht haal ik adem. Gelukkig, nu zal ze wel begrijpen dat ik aanwezig ben.

Als illustratie ben ik vooruit naar het rek gelopen, waar mijn maat hangt.
“O u heeft het al gevonden? Haar stem schalt verwonderd door de winkel, terwijl ze mij bemoedigend aankijkt!  Wat gebeurt hier vraag ik verwonderd af.  Zie ik er werkelijk zo uit dat ik niet voor mezelf kan zorgen? Mijn woordje niet meer kan doen? Ik voel vertwijfeling en onmacht, maar ook heel veel boosheid.  Ik kijk naar de verkoopster. En ik vraag mij af hoe het komt dat zij zich zo opstelt.  Benaderd zij alle oudere mensen zo, of alleen mij? Hoe kijkt zij tegen het ouder worden aan?

Bij het kledingrek staat een spiegel.  Bevreemd kijk ik naar mijn spiegelbeeld.
Wat is er met mij aan de hand dat ik ineens niet meer volwaardig blijk te zijn?
Waardoor komt het dat over mijn hoofd heen alles geregeld moet worden?

De verkoopster praat ongedwongen, alsof ik niet besta, met Judith verder.  Ze heeft het over de crisis. Over de service die ze zelfs nu gewoon blijven leveren.  Ik zie dat Judith zich inmiddels vertwijfeld afvraagt, of er nog iets te redden valt  aan de situatie?  Kleindochter Laura staat geduldig te wachten.  Ze kijkt vragend en verwonderd van de één naar de ander.  Het liefst zou ik de verkoopster tot de orde roepen. Hoe doe je zoiets? Ik ben totaal verbijsterd door de vanzelfsprekendheid waarmee zij te werk gaat.  En en zo geheel ter goeder trouw is, lijkt het.  Bovendien ben ik keurig en beleefd opgevoed!

Zij komt naar het kledingrek lopen. “U heeft maat 38?”  vraagt zij verwonderd. Ik trek een pakje, dat mij leuk lijkt, uit het rek. Waar is de paskamer?  O daar, ik zie het al. Dit alles in volkomen stilzwijgen.  Dochter en kleindochter lopen meelevend met mij mee.   Het leek ons zo gezellig om met zijn drieën te winkelen!  Ik was zo blij dat ze meegingen om iets uit te zoeken. De verkoopster loopt ook mee naar de paskamer.  Even later kom ik tevoorschijn in mijn nieuwe outfit. “Hoe staat dit?” Ik kijk naar Judith en Laura. “Het staat je leuk, en je bent er heel slank in!” Ze zijn het helemaal eens met elkaar.n Zo, hier kan ik het even mee doen. Dit opkikkertje is meer dan welkom! Ik  ben  vergeten  er  een  bloesje  bij  te  zoeken. Dom,  want  hoe  ga  ik  dit  oplossen?

Nog voor ik mijn vraag kan stellen komt de verkoopster al met een bloesje aanlopen. “Zou ze dit misschien leuk vinden”? Ze kijkt vragend naar de anderen. Ik hef mijn handen hulpeloos ten hemel, en doe er tenslotte, onwillig berustend,  het zwijgen maar toe. “Willen jullie even iets uitzoeken?”  Mijn vraag is gericht aan Judith en Laura. Zij kennen mijn smaak, weten feilloos wat ik mooi vind. Ik wacht in de paskamer. Dom om niet gelijk een bloesje uit te zoeken!  Zou er toch iets met mij loos zijn? Ik kan toch ook, evenals ieder ander, dement worden?n  Als ze met twee bloesje aan komen lopen, ben ik blij verrast, helemaal in de roos!

De verkoopster valt stil bij zoveel eigen inbreng. Tot grote opluchting van ons drieën. Als ik de bloesjes heb gepast, maak ik mijn keuze.  Ondanks de perikelen erom heen ben ik heel goed geslaagd. Op naar het feest! Even later pin ik de betaling. Judith en Laura wachten al bij de uitgang. De verkoopster loopt mee.  Bij de deur zegt ze tegen Judith en Laura: “fijn hé, dat ze is geslaagd!”

Buiten gekomen ontplof ik bijna!   Ik ben mij aan het beraden hoe ik dit een volgende keer kan oplossen.  Zo wil ik niet meer benaderd worden.  Zo kun je niemand benaderen!

Laat een reactie achter